Klik hier voor het ErotischeVerhalen.com hoofd menu

hoofd menu   |   gay categorieën   |   auteurs   |   top verhalen   |   nieuwe verhalen   |   zoek   |   links   |   instellingen   |   opties voor auteurs
Lekkere meiden zitten achter de webcam op je te wachten! Klik hier!


BRENG LICHT IN HET DONKER - hoofdstuk 16 (mm:overige, 3704 words) [16/20] Toon alle delen
Auteur: Toegevoegd: Sep 02 2021 Kijkers/Lezers: 1084/759 [70%] Waardering (deel): 0.00 (0 stemmen)
Vervolg ...
Bekijk OutPersonals - de grootste gay dating site
met veel Nederlands en Belgische gebruikers!



Klik hier voor de eerste 75 regels van het verhaal


'Weet het niet. Misschien zag ze ook gewoon voor zich dat ik zou
mislukken. Dat ik voor galg en raad opgroeide.' 

'Ze had wel haar hele kamer volstaan met heiligenbeeldjes. Ze wist de
namen, de datum waar ze bij hoorden en de eigenschappen.' 

'Net zoals mijn vriendin,' sloot Truu aan, 'met haar beschermengelen,
waarover ik je vertelde, Trees!' 

'Ja. Beschermengelen lijken wel wat op de heiligen,' was Cas van mening.
Te pas en te onpas worden ze aangeroepen. Ze zouden bescherming bieden, 
maar ... waarom niet aan iedereen? Ik weet nog een reportage op tv over 
een grote terroristische aanslag in Indonesië. Een Australische vader 
sprak zijn dank uit naar de beschermengel van zijn dochter, want zij 
had het overleefd. Er waren heel veel doden te betreuren. Hadden die 
geen beschermengel?' Hij viel stil. 

'Ga alsjeblieft verder, Cas,' probeerde Trees hem weer aan het praten te
krijgen, nadat het een tijdlang stil was gebleven. 

'Ja. Sorry voor de onderbreking. Dat soort dingen ... zegt me gewoon
helemaal niets. En ik kan er enorm kwaad over worden. Moet ik niet 
doen. Heeft geen zin. Maar toch ... gebeurt het vaak. Waar was ik ... ' 
Even haalde hij dingen terug in zijn hoofd. 'Mijn moeder wilde van mij 
dus een pastoor of priester maken. Ze besprak het met de dorpspastoor, 
maar die wilde er niets van weten. Zelfs niet na de woorden van mijn 
moeder dat ze het God had toegezegd. Zijn woorden waren iets in de 
trant van "Dat wil je God toch niet aandoen! Die jongen! Totaal niet 
geschikt!" Enerzijds best krenkend natuurlijk voor mij, maar aan de 
andere kant bereikte hij wel wat ik wilde. En dus ging ik gewoon naar 
de grote stad, naar een gewone school. De dorpse achtergrond was geen 
probleem. Maastricht was een stad die groeide en veel leerlingen uit de 
wijde omgeving aantrok. Ik deed het redelijk goed, maar haalde niet het 
niveau van mijn broer Ger - de vader van Ben. Mijn moeder maakte altijd 
en eeuwig onderscheid tussen hem en mij. Trok altijd partij voor hem. 
Hij was heel duidelijk haar lievelingetje. Sommige kinderen verzetten 
zich daar tegen, maar Ger niet. Die vond het maar wat prachtig. Maakte 
er gebruik van. Net als de anderen op school die kattenkwaad uithaalden 
en wisten dat ik vaker een berisping daarvoor had gehad. Zo deed hij 
dat soms ook. Als we met ons rapport thuiskwamen, dan bladerde mijn 
moeder terug in het boekje van Ger en vergelijk mijn lijst met die van 
hem. Hij was twee jaar ouder. En ja ... hij had altijd betere cijfers 
dan ik. Zo ging het met alles. Ik telde niet echt mee. Mijn vader 
betrok me wel overal bij en leende mij een luisterend oor. Als ik 
problemen had met mijn moeder - en dat was ontzettend vaak - dan ging 
ik naar zijn schuur om met hem te praten. Hij werkte meestal gewoon 
door, maar ik wist dat hij luisterde. Als ik uitgepraat was, dan pas 
ging hij bij me zitten en kwam met een wijsheid. Vaak draaide het om 
hetzelfde. Iets als ... je kunt mensen niet maken zoals je wilt, 
jungske.' Hij keek naar Sjeng en Truu. 'Ook hij noemde me altijd zo. 
Mijn broer niet. Die noemde hij bij zijn roepnaam of hij zei "jongen" 
tegen hem. Kwam ook omdat mijn moeder het dialect in huis wilde 
uitbannen. Wij moesten vooruit komen en dan had je weinig aan het 
dialect. Mijn vader sprak dialect met mij en ik verstond het prima. Nog 
steeds. Verschilt natuurlijk wel uit welk gedeelte van Limburg iemand 
komt, maar ... er zijn vaak toch wel overeenkomsten.' Hij keek even de 
kring rond. 'Op het voortgezet onderwijs stond ik in het begin bekend 
als een rebel. Vaak dwars. Van mijn moeder moest ik elke zes weken naar 
de kapper, maar dat deed ik niet. Het geld gebruikte ik voor iets 
anders. Ik had baantjes. Verdiende geld en gaf het net zo hard weer uit 
op vrijdag- en zaterdagavond in de kroeg. Ik rookte en dronk op jonge 
leeftijd veel te veel. Maar ... er kwam een kentering.' Hij keek naar 
Sjeng. Had het idee dat, wat hij nu wilde vertellen best eens moeilijk 
voor hem zou kunnen zijn en bracht dat ook onder woorden. 

'Het geeft niet,' zo zei de jongen. 'Jij moet jouw verhaal kunnen
vertellen net zoals ik dat gedaan heb en de anderen ook. Zonder dingen 
achter te houden.' 

'Dank je, Sjeng. Jouw mening is belangrijk voor mij wat dit betreft.'
Hij zuchtte een paar keer diep. Die herinnering was altijd pijnlijk. 
Hij verstopte hem meestal zo diep mogelijk, maar nu zou hij het bewust 
naar boven halen. 'Op een gegeven moment was mijn moeder haar 
portemonnee kwijt en meteen kreeg ik de schuld. Natuurlijk. Was ik wel 
gewend. Zij, mijn broer en ik zoeken. Het werd gevonden, zonder inhoud, 
op mijn slaapkamer. Ik weet niet meer precies wat ze heeft gepakt daar 
op mijn slaapkamer, het moet iets zijn dat er heeft gelegen, maar voor 
ik ook maar iets door had, begon ze op me in te slaan. Ger schrok 
hevig, probeerde haar bij mij weg te halen, maar dat lukte niet.  Euhh 
... vergeten te vertellen. Mijn moeder was niet een kleintje. Ze was 
een ... zoek naar de naam daarvoor ... 

'Bedoel je een struise vrouw?' kwam Truu hem tegemoet. 

'Ja. Dat is het. Zwaargebouwd, stevig, groot. En daarom lukte het mijn
broer dus niet. Hij rende naar de werkplaats van mijn vader en die 
heeft haar bij mij weg gekregen. Hij droeg me naar zijn auto en reed 
naar de stad, naar het ziekenhuis.' Hij zuchtte diep en veegde 
opkomende tranen weg. 'Ze heeft er nadien nooit over gepraat. Bleef wel 
van me af. Maar ... ging onverdroten verder met haar onderscheid maken 
tussen mijn broer en mij. Ik deugde nergens voor. Waar mogelijk raakte 
ze me met haar scherpe tong. Eén keer merkte ze zelfs op: "Had ik je 
toen maar dood geslagen!" En dat is dan je moeder.' 

'Wauw! Vreselijk, Cas!' uitte Hugo zijn medeleven, die gevolgd werden
door opmerkingen van de anderen. 

'Ja, het was vreselijk. En ... er is meer. Meer hetzelfde als met jou,
Sjeng. Toen Trees je vroeg naar al die blauwe plekken bij jou, zei je 
dat je van de trap was gevallen. Dat was ook de lezing die over dit 
voorval van mij werd opgehangen. De waarheid werd toegedekt. Mijn vader 
had die avond vreselijke ruzie met mijn moeder. Hij was in de regel de 
rust zelve, maar toen niet. Hij kwam op voor mij. Er werd echter nooit 
meer over gesproken.' 

'Maar ... die portemonnee,' begon Ben, 'hoe kwam die nou op jouw kamer?'


Cas beet op zijn onderlip. Liever wilde hij het niet vertellen. Hij keek
zijn neef niet aan. Staarde naar de neuzen van zijn schoenen. 

'Je mag het gerust vertellen, Cas. Ik denk dat ik weet hoe het zit.' 

'Dat is knap! Ik snap er namelijk helemaal niets van!' gaf Hugo te
kennen. 

'Ik zal het vertellen, maar ... begrijp me goed ... het is niet bedoeld
om ... jou en ... je weet wat ik bedoel.'  Het moest voor de anderen 
ongetwijfeld vaag zijn, maar niet voor Ben. Hij zag hem knikken en 
hoorde dat hij het begreep. 'Het was mijn broer. Een dik jaar later 
vertelde hij me dat hij het had gedaan. Niet uit zichzelf, maar door 
bemiddeling - de biecht - bij onze pastoor. Die had hem niet 
weggestuurd met zoveel weesgegroetjes of zo ... maar hem opgedragen 
eerlijk te zijn naar mij toe. Net als anderen gebruik hadden gemaakt 
van mijn eerdere, tussen aanhalingstekens, misdrijven, had hij dat ook 
gedaan.' 

'Nondedju! Nondedju!' 

'Godverdomme! 

Ben voelde zich verward. Hij had het aan voelen komen, maar ... snapte
er helemaal niets van. 'Maar ... hoe kan het dan ... dat jij, als hij 
hier is zo gewoon met hem omgaat. Je laat nooit blijken dat er zoiets 
vreselijks tussen jullie heeft plaatsgevonden.' 

'Hij is niet degene die het mij heeft aangedaan, Ben. Niet hij heeft me
in elkaar geslagen.' 

'Tja ... zo lust ik er nog wel één!' knalde Hugo eruit. 'Hij was wel de
aanleiding! Hij had die portemonnee weggepakt, de inhoud eruit gehaald 
en vervolgens het lege ding op jouw kamer gelegd. Dan ... ' 

'Nee! Opnieuw terug naar jou, Sjeng, als je het goed vindt.' 

'Ja. Want ik begrijp welke kant je op wilt. Mag ik?' 

Cas vond het prima dat de uitleg van Sjeng zou komen. 

'Ik had het idee, Ben weersprak dat in de tuin en later Suus ook hier in
de kamer, dat het mijn schuld was dat mijn vader me in elkaar had 
geslagen. Ik had woorden gezegd die ik beter niet had kunnen zeggen. 
Het was mijn schuld. Zo voelde het voor mij. Ben wist me dat al 
grotendeels uit het hoofd te praten en later deed Suus dat nog een 
keer. Niemand sprak haar woorden tegen hier. Met andere woorden: het 
was niet mijn schuld. Het was zijn schuld, dat hij de controle verloor 
en mij ... je weet wel. Hij was de volwassene, hij had beter moeten 
weten, hij had nooit geweld tegen mij mogen gebruiken. Met de broer van 
Cas is het dan precies hetzelfde. Natuurlijk had hij die portemonnee 
... was niet goed ... maar zij gebruikte het geweld.' 

'Ja. Dat bedoel ik dus. Bedankt, Sjeng.' 

'Hoe oud was je toen, Cas?' vroeg Truu. 

'Hij zat in de tweede klas van de havo bij mij. Hij was ineens een paar
weken niet op school.' 

'Ik was nog dertien. Net in de tweede,' zei Cas met een zucht. 'Twee
weken bleef ik thuis. Nog een keer terug naar het ziekenhuis voor 
nacontrole. Herstelde goed. Maar kan me ontzettend goed voorstellen 
hoeveel last jij er nu van hebt, Sjeng. Maar het wordt beter. Elke dag 
een beetje beter.' 

Sjeng glimlachte naar hem. De band die hij eerder in het ziekenhuis al
met Cas had gevoeld, merkte hij nu nog veel beter op. Een vreselijke 
overeenkomst die zorgde voor verbondenheid. 

'Er werd nooit meer over gepraat, met uitzondering dan dat mijn broer
het eerlijk aan mij vertelde.' 

'Ik heb het niet gehoord, of het is niet verteld, maar was er een
aanleiding voor hem?' vroeg Suus. 

'Een stuk jaloezie. Mijn moeder wilde niet dat hij een baantje had. Hij
moest al zijn tijd besteden aan het leren. Hij moest goed, beter, best, 
perfect worden. En dus ... omdat hij geen baantje had, had hij minder 
geld te besteden dan dat ik dat had. Hij had zijn zakgeld, maar ... dat 
was niet veel. We waren niet rijk thuis. Hij zag dat ik dingen kon 
doen, met het geld dat ik verdiende en dat stak.' Hij pakte zijn flesje 
bier en nam een slok. 'Verder. Mijn vader liet een telefoon aanleggen 
in zijn werkplaats. Mijn moeder vond het verkwisting. Hij discussieerde 
er niet over met haar. Hij en ik praatten nog vaker dan eerder met 
elkaar en op een gegeven moment zei hij tegen mij: "Jungske, ik weet 
dat je niet lang thuis zult blijven. Op een dag is het genoeg voor jou. 
Dan ga je de wijde wereld in. Ik heb voor jou een bankrekening geopend 
en daar geld opgezet. Elke week stort ik er iets bij. Dat wat ik kan 
missen." Ik schoot vol. Klemde me aan hem vast en bezwoer hem dat ik 
nooit weg zou gaan. Hij duwde me iets van hem af en keek me diep in 
mijn ogen. "Je weet wel beter, jungske!" En ja ... dat wist ik. Die 
mishandeling was voor mij het breekpunt. Ik wilde niet thuisblijven en 
hij had dat heel goed aangevoeld. Hij liet me beloven dat ik altijd 
contact zou blijven houden met hem. Speciaal daarom had hij die 
telefoon laten aanleggen. En ... dat heb ik gedaan. Zodra ik van plan 
was ergens een aantal dagen of langer te blijven, belde ik hem op en 
gaf hem een telefoonnummer door, zodat hij ook met mij kon bellen. Als 
ik weer verder ging, vertelde ik hem dat ook. Altijd als ik weer belde, 
hoorde ik de blijheid in zijn stem. De avond dat ik wegging was mijn 
moeder bezig met iets in de kerk. Ik ging naar mijn broer en liet hem 
mij beloven dat als er iets met Pa zou gebeuren hij mij zou bellen. Ik 
gaf hem aan waar mijn telefoonnummer lag: de bovenste la rechts in het 
bureau in de werkplaats. Dat had ik ook met mijn vader afgesproken. 
Toen ging ik weg. Mijn vader reed me naar Luik. Daar had hij een eerste 
logeeradres voor mij geregeld. Hij had gedaan wat hij kon voor mij. 
Toen eind jaren negentig de mobiele telefoons op de markt verschenen, 
kocht ik er meteen een. Geen gedoe meer met veranderende 
telefoonnummers voor mijn vader. We konden elkaar altijd bereiken en 
deden dat ontzettend vaak. Toen hij ernstig ziek, longkanker, in het 
ziekenhuis werd opgenomen, belde Ger me. Ik kwam terug. Was die laatste 
dagen bij hem. Zorgde ervoor mijn moeder niet te treffen. Werd daar 
handig in. In de nacht dat ik overleed waren Ger en ik bij hem.' Hij 
brak. De tranen stroomden hem over zijn wangen. 

Trees trok hem tegen zich aan, bood troost, maar hield het zelf ook niet
droog. 

'Hij was een goede vader,' bracht Cas snikkend uit. Hij droogde zijn
tranen en keek om zich heen. Het was een slagveld: iedereen was aan het 
huilen. Nooit zijn bedoeling geweest, maar het was goed. Een teken dat 
ze met elkaar verbonden waren. 'De uitvaartdienst kon ik niet meemaken. 
Toen zij me zag, ging ze door het lint. Hysterisch was ze. Ik ben 
weggegaan. Ger belde me ook toen zij slecht was. Toen ging ik niet 
terug. Ik bleef waar ik was. Ger sloeg alle spullen van hen beiden op. 
Jaren later kwam ik wel terug en dat om me definitief weer in dit 
kleine, o zo mooie land te vestigen. Pas toen hebben we de boedel 
verdeeld. Ik ontmoette de vrouw van mijn broer, ik ontmoette Ben. 
Beiden had ik heel even gezien toen ik terug was voor mijn vader. Je 
was nog heel klein, Ben. En nu ... heb ik alles wel gehad, volgens 
mij.' 

'Ik heb een foto gezien van de dag dat mijn moeder haar diploma kreeg.
Jij staat daar niet op.' 

'Klopt. Ik ben weggegaan nadat ik mijn laatste examen had gemaakt. Heb
die diploma-uitreiking niet afgewacht. Mijn diploma gekregen van Ger, 
die hem had bewaard voor me, toen ik weer definitief terug was.' Hij 
zuchtte. 'Er zijn nog heel veel dingen die ik vergeten ben te 
vertellen. Na dat voorval met mijn moeder, veranderde ik. Werd stiller. 
Niet meer zo rebels. Was graag op mezelf. Hielp anderen als ik kon, 
maar was niet op de voorgrond. Stopte met roken en drinken, ging niet 
meer uit met vrienden. Al het geld dat ik verdiende zou ik nodig 
hebben. Die verandering heb jij ongetwijfeld herkend, Trees.' 

'Ja. Het was duidelijk. Toen je na die twee weken weer op school kwam,
was je ineens anders.' 

'Nog één ding ter afsluiting. Ik ben een zwerver geweest. En nog steeds
... voelt dat zo voor mij. Ik ... ik heb moeite om me ergens te 
vestigen. Het voelt voor mij alsof ik nog steeds niet geland ben. Mijn 
eerste woning, een flat, verliet ik toen ik bij Ben en Ger introk. 
Later kocht ik mijn eigen huis. Dat moet nodig opgeknapt worden, maar 
... ik begin er nooit aan. Het ... nou ja ... ik weet het niet.' 

'Je kunt niet alles uitleggen, wat er in je leven gebeurt,' meende Suus.
'Dingen gebeuren om ons heen en daar hebben wij totaal geen invloed op. 
We lopen ons pad, zonder dat wij ons doel kunnen bepalen. Dat doel ... 
misschien komt het in zicht, en wellicht ook niet.' 

'Wijs, Suus. Heel wijs. Maar ... het lopen op dat pad vind ik wel
ontzettend fijn. Dat dat straks officieel samen met Trees gaat worden, 
is zo ontzettend mooi! En niet alleen met haar. Maar ook met jou Hugo, 
met jou Ben, met jou Sjeng, met jou Truu, met jou Suus. Een familie.' 

Het klonk mooi, zo vond Sjeng. Maar hij had wel zijn twijfels. 'Euhh ...
sorry hoor ... maar ... weet jij meer dan ik, Cas?' 

'Hoe bedoel je?' 

'Heb jij informatie gekregen van Matthieu? Is er al iets bekend, iets
geregeld?' 

'Nee. Nog niet. Woensdagavond heb ik hem gebeld. Alles in zijn handen
gelegd.' 

'Maar waarom wil je dat weten, Sjeng?' 

'Nou ... het voelt heel erg goed dat inclusieve van Cas, maar ... ben ik
daar werkelijk deel van?' 

Even wist Cas niet wat hij moest zeggen. De twijfel die Sjeng voelde,
begreep hij heel erg goed. 'Een stemmetje ... ergens in me ... klinkt 
vaag, ik weet het ... maar dat zegt me dat het goed gaat komen. Ook 
voor jou, Sjeng!' Hij zag dat de jongen begon te huilen. Hij stond op 
en liep naar hem toe. 'Kom, ga staan! Ik help je! Ik ga mijn armen om 
je heen slaan, omdat jij bij mij hoort. Dat was me al duidelijk toen ik 
met jou in het ziekenhuis was en jij die mevrouw aan de balie duidelijk 
maakte dat ik met jou naar binnen zou gaan. "Niemand anders," zei je. 
Dus ... sla ik mijn armen om je heen, omdat jij bij mij hoort. Als ik 
te hard knijp, moet je dat zeggen! Oké?' 

Sjeng zou niets zeggen. Ook al zou Cas hem zowat platdrukken, hij zou
niets zeggen. Alleen maar genieten van dat warme, intense gevoel van 
erbij horen. 

Tot de volgende keer! 

Reacties zijn van harte welkom op de site waar dit verhaal legaal
geplaatst is, maar ook via mijn e-mailadres: lucky_eye2@yahoo.co.uk 

©Lucky Eye, mei 2021 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd
en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, 
microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande 
schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.





Dit is deel 16 van totaal 20 delen.
toon alle delen


Auteurs waarderen reacties!
Vergeet niet te stemmen, en schrijf de auteurs om te vertellen wat je al dan niet leuk vond aan het verhaal!
Lucky Eye heeft 90 verhalen op deze site.
Profiel voor Lucky Eye, incl. alle verhalen
Email: lucky_eye2@yahoo.co.uk
Geef je mening over dit deel:
(Je kan voor elk deel afzonderlijk stemmen)
 
Typ beneden tekst in voor een snelle, anonieme reactie aan de auteur
De auteur zal dit dan in zijn/haar email ontvangen.

Stuur dit bericht:

Anoniem (geen afzender, auteur kan niet reageren!)
(Voer een email adres in als "chat email" in de instellingen, en het zal hier verschijnen)
met dit email adres als afzender:

verhalen in "overige"   |   alle verhalen van "Lucky Eye"  



Sex dating | Hete Livecams (NL) | Erotic Gay Stories




(c) Copyright, 2001-2024 ErotischeVerhalen.com   email webmaster Art voor ondersteuning
Powered by StoryEngine v1.01