Klik hier voor het ErotischeVerhalen.com hoofd menu

hoofd menu   |   gay categorieën   |   auteurs   |   top verhalen   |   nieuwe verhalen   |   zoek   |   links   |   instellingen   |   opties voor auteurs
Lekkere meiden zitten achter de webcam op je te wachten! Klik hier!


BLANCO deel 3 - hoofdstuk 20 (mm:overige, 4437 words)
Auteur: Toegevoegd: Dec 19 2013 Kijkers/Lezers: 4326/2933 [68%] Waardering (verhaal): 9.50 (2 stemmen)
Vervolg...
Bekijk OutPersonals - de grootste gay dating site
met veel Nederlands en Belgische gebruikers!



Klik hier voor de eerste 75 regels van het verhaal

spelletje. Na een minuut of tien houdt hij het voor gezien en geeft hij 
aan dat hij moe is. Geen enkel probleem. Ze rijden hem terug en als hij 
languit op zijn bed ligt, valt hij meteen in slaap. 

Voor Jasper is het heel duidelijk dat al die nieuwe dingen dodelijk
vermoeiend zijn. Het lijkt alsof zijn conditie helemaal weg is. Jennie 
is duidelijk en zegt hem dat het inderdaad zo is. Ook Gerald windt er 
geen doekjes om als Jasper hem ernaar vraagt: "Alles wat je voor je 
hier kwam hebt opgebouwd is verdwenen. En daarom zul je alles weer 
opnieuw moeten opbouwen. Bovendien is je lichaam anders nu. Waar je 
vroeger twee nieren had, moet je het nu met één doen bijvoorbeeld. Dat 
alles zorgt ervoor dat jij je moet aanpassen aan een nieuwe situatie. 
En dat kost allemaal tijd. Heel veel tijd. Neem dat maar van mij aan." 

Op vrijdagmiddag slaapt hij na het middageten lang. Als hij wakker
wordt, hoort hij een hem onbekend geluid. Even laat hij het voor wat 
het is en houdt zijn ogen gesloten. Eerst houdt het geluid aan maar dan 
stopt het. Er is wat geritsel en dan is het weer stil. Dan besluit hij 
toch maar om echt wakker te worden en zijn ogen te openen. In de stoel 
bij het raam zit een oudere vrouw. Hij kent haar niet. Nou ja, 
waarschijnlijk wel want anders was ze vast niet toegelaten op het 
bezoekuur maar hij weet in elk geval niet wie ze is. Hij kan zich zo 
snel ook niet herinneren dat er iemand is aangekondigd voor vanmiddag 
maar dat wil niets zeggen. Hij heeft al wel vaker gemerkt dat hij 
dingen snel vergeet. Diverse keren heeft hij er Gerald al naar gevraagd 
en die zegt steeds hetzelfde. ‘Gevolg van een zware hersenschudding, 
Jasper. Komt wel weer goed.' Daar gaat hij dan maar vanuit. 

De vrouw leest een boek en als Jasper haar bekijkt, weet hij ineens ook
waar het geluid dat hij niet kon thuisbrengen vandaan komt. Een 
breiwerkje ligt op haar schoot. Het was het tikken van de breinaalden 
dat hij hoorde. Hij kijkt of hij de titel van het boek kan lezen maar 
dat lukt hem niet. Ze zit te ver weg. Tijd om het gesprek te openen, zo 
is hij van mening. "Goedemiddag, mevrouw." 

"Ah, je bent wakker." 

"Ja. Waarschijnlijk hebben ze wel gezegd dat u zou komen maar ik vergeet
dingen snel. U bent?" 

Berit Greveling neemt het breiwerkje in haar linkerhand en staat dan op.
Ze maakt haar handen leeg door alles op de zitting van haar stoel te 
leggen en loopt dan naar Jasper toe. Ze geeft hem een hand en zegt: "Ik 
ben mevrouw Greveling. Ik ben lerares op de school die jij bezoekt en 
bovendien jouw mentor." 

"Ah, en wat voor een leerling ben ik volgens u?" 

Ze glimlacht. 

"Een zelfde soort vraag heb ik aan alle andere voor mij nieuwe bezoekers
gesteld deze week. U weet waarschijnlijk wel dat mijn geheugen niet 
helemaal spoort en ik probeer door deze vraag er een beetje achter te 
komen wie ik nou precies ben." 

"En zijn de antwoorden die je krijgt naar je zin? Kun je er iets mee?" 

Een moeilijke vraag, zo vindt Jasper. Tot nu toe heeft hij het idee dat
iedereen alleen maar heel erg positief over hem praat. En nou ja, dat 
kan natuurlijk niet helemaal waar zijn. Van zijn vader heeft hij 
gelukkig een verhaal gehoord waarbij hij heel bewust een tegenspeler 
voor de benen heeft geschopt en dat maakte hem weer een beetje 
menselijker. "Ja, denk het wel." 

"Voor mij ben je een goede leerling." 

"Niet perfect?" zegt Jasper terwijl hij haar glimlachend aankijkt. 

"Goed is goed genoeg, Jasper. Je haalt goede cijfers. Je doet goed je
best." 

"Dus niet lastig in de klas?" 

Berit zegt dat hij dat absoluut niet is. Dat hij wel eens zorgt voor wat
opschudding maar dan vaak alleen om ervoor te zorgen dat de rechten van 
de leerlingen niet met voeten getreden worden door sommige van haar 
collega's. 

Dat vraagt om wat uitleg en Jasper wil dan ook heel graag weten wat ze
precies bedoelt. 

"Nou bijvoorbeeld het laatste schoolexamen economie. De stof die jullie
daarvoor moesten bestuderen ging over een vooraf aangegeven aantal 
hoofdstukken. De leraar was wat makkelijk en pakte een oud schoolexamen 
van een aantal jaren geleden van de plank. Daarbij hield hij er echter 
geen rekening mee dat die ook twee andere hoofdstukken besloeg en dus 
kregen jullie een aantal vragen voorgeschoteld die niet tot de te 
bestuderen stof behoorde." 

"En dan ben ik iemand die verhaal gaat halen?" 

"Ja. Dit keer zou je het samen met Marlies doen... " 

"Ah! Die is hier geweest." 

"Ja, ze heeft het me verteld. Maar doordat jij hier terecht kwam heeft
Marlies het nu met Dennis aangekaart bij de leraar." 

"Dus ik ben een beetje de vertegenwoordiger van het stel?" 

"Zo kun je het wel noemen. Als er gepraat moet worden, ben jij altijd
aanwezig. Nooit alleen. Altijd met iemand samen. Je bent een 
teamspeler. Je bereid je uitermate goed voor, weet wat je wilt en zorgt 
ervoor dat anderen zich niet terugtrekken als het moeilijk wordt." 

"Geen dwang toch of zo?" 

"Absoluut niet. Vooraf bepalen jullie een strategie. Wat jullie willen
bereiken en pas als iedereen zich daar achter schaart, worden er 
stappen ondernomen." 

"Ik streef dus naar consensus, zoals dat zo mooi heet." 

"Ja. Dat ben jij ten voeten uit, Jasper." 

"Komt u dichter bij me zitten?" 

"Tuurlijk." Berit schuift haar stoel naast het bed, legt het boek en het
breiwerkje op Jaspers nachtkastje en gaat zitten. 

"Wat las u zojuist?" 

Mevrouw Greveling pakt het boek op en laat het Jasper zien. 

Nu kan hij het wel lezen. ‘La Eta Princo' staat er op het kaft. Meteen
weet hij dat het Esperanto is. In het Nederlands heet het boek ‘De 
Kleine Prins' en in het Frans ‘Le Petit Prince'. Hij heeft het boek 
zelf gelezen zo weet hij, en dat in alle drie de talen. Een mooi kleine 
boekje. Handig voor op je lijst. Maar ook een boek met wijsheid erin. 

Ze praten nog wat samen. Ook het project Esperanto en de daaraan
gekoppelde week in Engeland komen aan de beurt. De groep zal de 
volgende week gaan en iedereen vindt het heel erg jammer dat Jasper 
niet mee kan gaan. Na een tijdje zegt mevrouw Greveling dat ze op moet 
stappen. Dat ze te horen heeft gekregen dat Jasper aan het eind van de 
middag een belangrijk gesprek heeft en dat hij voordien eigenlijk nog 
wat moet slapen. 

Jasper weet het. Het gesprek. Hij is er best zenuwachtig voor. Hij weet
gewoon niet wat hij ervan denken moet. Natuurlijk hoopt hij dat er iets 
gevonden is dat hem kan helpen maar... er is ook die enorme twijfel. 
Een twijfel die de afgelopen dagen haast een zekerheid geworden is. Een 
weten dat... nou ja... niet aan denken nu nog. "Wilt u mij misschien 
nog een stukje voorlezen uit het boek?" 

"Ja. Een klein hoofdstukje dan. Heb het idee dat het heel goed bij jou
past. Wil je dat ik het in het Esperanto of in het Nederlands lees voor 
je? De Nederlandse vertaling heb ik namelijk ook bij me." 

"Doet u het maar in het Esperanto. Dat klinkt mooi." 

Berit bladert in het boek naar hoofdstuk XXIII en begint te lezen.
‘Bonan tagon,' diris la eta princo.' [‘Goedendag,' zei de kleine 
prins.] Een heel kort hoofdstuk. Het gaat over de ontmoeting van de 
kleine prins met een verkoper die een pil verkoopt die ervoor zorgt dat 
je een week lang geen dorst meer hebt. De kleine prins vraagt hem 
waarom hij die verkoopt. De uitleg van de verkoper komt erop neer dat 
het een tijdsbesparing - uitgerekend door geleerden - oplevert van 
drieënvijftig minuten per week. In die drieënvijftig minuten kun je 
doen wat je wilt, zo stelt hij. Het laatste gedeelte van het hoofdstuk 
is in het Nederlands als volgt: ‘Als ik drieënvijftig minuten overhad,' 
dacht het prinsje bij zichzelf, ‘dan liep ik heel rustig naar een 
bron...' Mevrouw Greveling sluit het boek en kijkt haar leerling aan. 
Ze ziet een brede glimlach verschijnen op het gezicht van Jasper. 
"Helemaal jij, Jasper," zegt Berit Greveling. "Zo ben jij ook. Waarom 
je druk maken en moeilijk doen, het kopen en innemen van een bijzondere 
pil, als je ook rustig en kalm kunt blijven." 

"Dank u, mevrouw. Heel erg mooi dat u dit voor mij uitgekozen hebt." 

"Graag gedaan." Ze staat op en pakt zijn hand beet. "Als laatste heb ik
nog een kaart voor je met daarop een mooie tekst. Niet van mij. Ik heb 
de tekst ooit eens ergens gelezen. Op het internet staan diverse 
versies die allemaal iets van elkaar verschillen en ook aan 
verschillende personen worden toegeschreven. Ik heb er een eigen versie 
van gemaakt. Ik wens je heel veel sterkte en een goed herstel, lieve 
Jasper. Maar ook dat wat er op mijn kaart staat." Als Jasper haar 
vraagt of ze het wil voorlezen, doet ze dat. "Ik wens je moed om te 
veranderen wat je kunt veranderen. Ik wens je kracht om te aanvaarden 
wat je niet veranderen kunt. Ik wens je wijsheid om hiertussen het 
verschil te zien." 

"Dat is een heel mooie tekst, mevrouw. Dank u. Ik zal het nodig hebben."


"Zal ik hem op je nachtkastje zetten, in zo'n kaarthouder? Er staan nog
twee lege." 

Jasper vindt dat een goed idee want hij wil de tekst straks, als ze weg
is, nog eens bekijken. Ze nemen afscheid. Ze belooft hem dat hij in de 
komende week heel veel post zal krijgen uit Engeland. Elke dag zal 
iedereen hem een kaart sturen. Als ze de gang opgelopen is, pakt hij de 
kaart meteen. Hij leest de tekst en krijgt er tranen van in de ogen. 
Ja, echt een prachtige tekst. Met de kaart in de hand probeert hij te 
slapen. Het wil niet lukken. Af en toe dommelt hij wat weg maar echt 
slapen lukt niet. 

--- 

Hij wordt wakker met het gevoel dat hij amper geslapen heeft. Maar toch
is hij vrij suf. Dus hij zal toch wel diep geslapen hebben af en toe. 
De deur van zijn kamer gaat open en hij ziet zijn moeder binnen komen. 

"Hè, ben je wakker?" 

"Ja, heb maar even gedut hoor." 

"Nee, malle jongen, je hebt heel lang geslapen juist. Het is al bijna
vijf uur." 

"Oh." 

"Van wie heb je die prachtige kaart gekregen die ik op je bed zag
liggen?" 

"Van mevrouw Greveling. Je hebt me vast wel verteld vanmorgen dat ze zou
komen maar ik was het helemaal vergeten." 

"Geeft niets, Jasper. Je weet dat dat weer goed gaat komen." 

"Ja. Maar... die andere dingen... komt dat weer goed?" 

"Dat weet ik niet, lieverd. Geef de moed nog niet op." 

"Ik weet het. Ik moet blijven hopen maar soms... soms heb ik gewoon het
gevoel dat het altijd zo zal blijven, mam. Dat het niet beter zal 
worden. Dat mijn geheugen weg blijft en dat mijn benen het nooit meer 
goed zullen doen. En wat dan?" 

Van binnen zucht Marion maar op haar gezicht laat ze een glimlach
verschijnen. Hier is ze al die tijd bang voor geweest. Bang omdat ze 
gewoon niet weet wat ze haar zoon moet antwoorden. Kan er hier nog 
sprake zijn van troost bieden? Is dat het wat hij wil van haar? Ze weet 
het niet. Het antwoord op zijn vraag weet ze ook niet. En toch wil hij 
een antwoord van haar, zo begrijpt ze maar al te goed. Misschien is 
haar glimlach voldoende. Maar als ze het hem nog een keer hoort vragen, 
weet ze dat hij toch echt een antwoord van haar wil. "Ik hoop dat de 
wensbede van mevrouw Greveling dan uit mag komen. Dat je die moed, 
kracht en wijsheid die zij je toewenst ook zult krijgen." 

"Ja, want dat heb ik dan verrekte hard nodig, mam. Ik weet niet of ik
wel zo sterk ben." 

"Je bent volgens mij een taaie, Jasper." Ze kan, volgens afspraak met
Astrid en de anderen, niet meer zeggen. Ze weet dat Jasper het gevecht 
dat hem te wachten staat zelf moet aangaan. Alleen dan is er kans dat 
hij ziet dat die moed, kracht en wijsheid al in hem aanwezig zijn. Net 
zoals zoveel jaar geleden toen hij dat ook moest leren inzien. 

"Weet jij niet iets, mam? Heb jij niet iets gevoeld of zo?" 

"Mijn gevoel werkt niet altijd even goed, Jasper. Heel vaak als ik
persoonlijk ergens bij betrokken ben, werkt het juist helemaal niet. 
Dan lijkt het alsof ik met een blinddoek door mijn eigen leven loop en 
her en der brokken maak. Ik zie dingen bij anderen vaak eerder dan in 
mijn eigen directe omgeving. Dan lijkt het vaak alsof mijn gave 
blokkeert. Er even niet is. Op de vrijdagochtend na hemelvaartsdag zag 
Maarten een beeld van jou in de tuin met Pieter. Je lacht in dat beeld 
van hem. Ik kon toen hij het mij vertelde ook voelen. Een 
geruststelling voor ons dat je niet zou komen te overlijden op dat 
moment. En als jij kunt lachen, dan is het goed toch?" 

"Ja. Ik denk het wel. Maar... het gaat niet zomaar, mam." 

"Nee, dat weet ik, jongen. Waar ik je kan steunen, doe ik dat. Vraag me
en ik help. Ook al is er lang niet altijd iets dat ik voor je kan doen. 
Ik kan naar je luisteren. Met je praten. Met je huilen. En dat geldt 
niet alleen voor mij maar ook voor alle anderen die om je heen staan. 
Weet je dat?" 

"Ja, mam. Dank je." 

"Gerald is er al. Ben je er klaar voor?" 

"Ik ben moe. Echt heel erg moe. En als ik me moet houden aan zijn advies
dan moet ik nu gewoon weer gaan slapen. Willen jullie het gesprek voor 
mij afhandelen? Later hoor ik wel hoe het gegaan is." Jasper kijkt zijn 
moeder aan en ziet eerst een wat weifelende blik in haar ogen. Dan 
verdwijnt die en zegt ze dat ze dat zullen doen. 

--- 

Twee uur later wordt Jasper pas weer wakker. Zijn moeder en Astrid
zitten naast zijn bed. Hij glimlacht naar ze. "Hebben jullie lang 
zitten wachten?" 

"Ja, jongen, maar dat geeft niet. We hebben alle tijd van de wereld." 

"Yep," bevestigt Astrid, "geen volle agenda's alleen maar tijd om zelf
in te vullen." 

"Moet een lekker gevoel zijn voor jou, Astrid, want je hebt me verteld
dat je van alles en nog wat doet." 

"Zeker een goed gevoel. David en ik hebben beiden vervroegd vakantie
genomen en wanneer we weer gaan werken weten we nog niet. Dat hebben we 
nog niet ingepland." 

"En gaat het familiebedrijf dan niet naar de knoppen?" 

"Nee hoor. Dat draait wel door en als ze ons echt nodig hebben, laten we
het niet hopen, dan weten ze ons te vinden. We werken met een 
uitstekend en heel erg goed ingewerkt team." 

"En wat had Gerald te vertellen?" 

"Helaas niets bijzonders, Jasper," begint Marion. "Geen enkel onderzoek
heeft aan kunnen tonen wat de oorzaak is van jouw problemen." 

"En zonder directe oorzaak," zo gaat Astrid verder, "is er ook geen
oplossing voor handen. Hij hoopt nog steeds dat tijd en rust herstel 
zullen brengen maar weet ook dat jij weet dat vooral op het gebied van 
het geheugen vaak het tegendeel een feit is." 

"Ja," zegt Jasper met een zucht. "Des te langer een geheugenstoornis
duurt, des te geringer de kans op herstel." 

"Zo is het. Zo heeft hij het ons ook geschetst." Dan vertelt ze over de
professor waar Gerald vroeger bij gestudeerd heeft en die al vanaf het 
begon over zijn schouder heeft meegekeken naar Jaspers zaak. Die heeft 
het voorstel gedaan om Jasper in Groningen nog eens helemaal 
binnenstebuiten te keren maar Gerald vindt dat op dit moment niet 
verstandig om te doen. Hij denkt dat rust en voorzichtig werken aan de 
conditie en kracht, beter zijn op dit moment. Mocht Jasper dat toch 
willen, dan moet hij dat aangeven. 

"Nee. Niet nu. Kan ik altijd nog doen, toch?" 

"Ja, jongen, dat kan. We kunnen het in ons achterhoofd houden. Ik zou zo
graag willen dat het anders was, Jasper," zegt Marion. Ze moet grote 
moeite doen om haar tranen te verdringen. Niemand die haar gezegd heeft 
dat dat moet, maar het is de belofte die ze lang geleden aan zichzelf 
deed die er haar van weerhoudt om te gaan huilen. 

"Mam, die wensen van mevrouw Greveling, zijn niet alleen voor mij. Denk
dat we die allemaal heel erg goed kunnen gebruiken." 

"Ja, lieverd, dat is zo. Dat soort wensen kan ons sterken." 

"Maar als je wilt huilen, moet je het wel doen," stelt Astrid. "Het kan
soms een opluchting zijn om even de sluizen open te zetten. Even je 
hele gemoed schoon te spoelen als het ware. Daarna kun je dingen vaak 
ook weer helderder zien. Dus laten we ons alsjeblieft niet voordoen 
alsof we allemaal groot en sterk zijn en niet mogen huilen. Laat ze 
gewoon komen die tranen. En laten we elkaar dan troosten." Ze kijkt om 
zich heen en ziet het gespannen gezicht van Jasper als eerste. Marions 
lip trilt en één enkele traan ontspringt aan haar rechter oog. Astrid 
twijfelt. De spanning op Jaspers gezicht ziet ze als een teken dat hij 
aan het vechten is. Dat hij vecht tegen zichzelf. Ze zou nu een 
doorbraak kunnen forceren maar dat is dan alleen maar een opening omdat 
zij de aftrap daartoe heeft gegeven en dat is eigenlijk niet haar 
bedoeling. Jasper zal het zelf moeten doen. Tenzij het helemaal 
verkeerd zal gaan. Daarom houdt ze zich in. Zegt ze niet de woorden die 
op haar lippen branden. In haar hoofd maakt ze de aantekening dat ze 
haar nieuwe kleine broertje vanaf nu elke dag zal bezoeken om hem te 
kunnen monitoren. "Het spijt me. Ook ik had het graag allemaal anders 
gezien, Jasper." 

"Wij allemaal, zo weet ik." Jasper verbaast zich over de kalmte waarmee
hij dat zegt. Hij wil niet huilen. Hij zou met zijn tranen er alleen 
maar voor zorgen dat zijn moeder nog meer overstuur raakt en dat wil 
hij niet. Ook Astrid staan de tranen in de ogen, zo heeft hij het idee. 
Nee, hij gaat niet huilen. 

--- 

's Avonds heeft Jasper zich gepantserd voor het bezoek van Pieter. Ook
nu wil hij niet laten zien dat hij bang is voor de toekomst. Hij kan 
het aan! Hij kan alles hebben! Hij kan vechten! Hard vechten! Keihard 
terugslaan! Met dat soort korte zinnetjes pept hij zichzelf op. Zijn 
vader en Pieter komen samen binnen. Eerst praten ze wat over de 
uitslagen van alle onderzoeken maar dan ook over gewone alledaagse 
dingen en de verbouwing op ‘Boschlust' die echt heel erg goed gaat en 
waarschijnlijk binnen twee weken al helemaal klaar zal zijn. Jasper is 
blij dat het niet bij dat ene gespreksonderwerp blijft. Het raakt hem 
toch meer dan hij wil. Regelmatig merkt hij dat zijn gedachten afdwalen 
tijdens het gesprek maar steeds is hij er net op tijd weer bij om een 
antwoord te geven op een gestelde vraag. Beiden lijken ze niets te 
merken van zijn afwezigheid af en toe. 

Als zijn vader hem en Pieter alleen laat, komt Pieter dichter bij hem
zitten. Hun hoofden vlak bij elkaar geven ze elkaar kleine kusjes. 

"Vond je het moeilijk?" vraagt Pieter. 

"Ja. Ik had liever iets anders gehoord." 

"Vond je het rot dat ik er niet was om het je te vertellen?" 

"Nee. Begrijp heel goed dat je dat erg moeilijk vond en dat je liever
wilde dat mijn moeder en Astrid het mij vertelden." 

"Ja. Soms ben ik echt zwak. Hopeloos gewoon! Want... nou ja... ik weet
het niet... " 

"Hoeft ook niet, schat. Ik houd van je. Dat is het enige dat belangrijk
is. Kom nog eens wat dichterbij." 

"Nog dichter?" 

"Ja, malloot. Nog dichter." Als hun lippen dan heel dicht bij elkaar
zijn drukt hij er een kus op en legt tegelijkertijd zijn hand in 
Pieters nek. Dat maakt het zijn vriend onmogelijk de kus te verbreken. 
Met zijn tong streelt hij langs Pieters lippen. De mond van Pieter gaat 
open en een tongzoen volgt. Mmmmm, het voelt heerlijk. Het is 
opwindend. Hij voelt het in heel zijn lijf. Het veroorzaakt overal 
tintelingen. Ook daar waar hij het niet eerder voelde. Na lange tijd en 
omdat hij nodig weer eens diep moet inademen, verbreekt hij de zoen en 
fluistert in Pieters oor: "Het werkte, lieveling. Eindelijk de reactie 
die ik graag wil." 

"Echt?" 

"Ja. Voel maar." 

"Hier?" 

"Ja! Waarom niet!" 

"Maar stel je voor... " 

"Doe het nou maar gewoon, malloot." 

Met een glimlach op zijn gezicht doet Pieter wat Jasper van hem wil. Hij
legt zijn hand op de deken op Jaspers kruis en voelt de erectie van 
zijn vriend. "Ja! Lekker hard, man!" Zachtjes knijpt hij erin. 

"Ben heel blij dat het eindelijk werkt. Toch iets dat werkt!" 

"Hè, niet zo cynisch! Cynisme is gevaarlijk! Niet doen!" 

"Sorry. Ik bedoelde het niet zo." 

"Ik houd van je, Jasper, of dat ding van je nou wel werkt of niet en
heel veel anders werkt ook gewoon! Vergeet dat nooit!" klinkt het 
duidelijk beklemtoond. 

"Sorry, Pieter. Zo bedoelde ik het echt niet. Het spijt me." 

"Als je eens wist hoe rot ik het vond vanmiddag dan... " Pieter begint
te huilen. 

Shit! Nou heeft hij ook Pieter aan het janken gekregen. Hij slaat zijn
armen om hem heen en knuffelt hem. Zelf bijt hij op zijn onderlip. Nee! 
Huilen zal hij niet! Geen traan! 

Wordt  vervolgd... 

Ik wens jullie allemaal heel prettige kerstdagen en een voorspoedig
nieuw jaar! 

Reacties zijn welkom op de site maar ook via mijn mailbox:
lucky_eye2@yahoo.co.uk 

©Lucky Eye, januari 2013. Niets uit deze uitgave mag worden
verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, 
fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande 
schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht. 




Auteurs waarderen reacties!
Vergeet niet te stemmen, en schrijf de auteurs om te vertellen wat je al dan niet leuk vond aan het verhaal!
Lucky Eye heeft 90 verhalen op deze site.
Profiel voor Lucky Eye, incl. alle verhalen
Email: lucky_eye2@yahoo.co.uk
Geef je mening over dit verhaal:
 
Typ beneden tekst in voor een snelle, anonieme reactie aan de auteur
De auteur zal dit dan in zijn/haar email ontvangen.

Stuur dit bericht:

Anoniem (geen afzender, auteur kan niet reageren!)
(Voer een email adres in als "chat email" in de instellingen, en het zal hier verschijnen)
met dit email adres als afzender:

verhalen in "overige"   |   alle verhalen van "Lucky Eye"  



Sex dating | Hete Livecams (NL) | Erotic Gay Stories




(c) Copyright, 2001-2024 ErotischeVerhalen.com   email webmaster Art voor ondersteuning
Powered by StoryEngine v1.01