Klik hier voor het ErotischeVerhalen.com hoofd menu

hoofd menu   |   gay categorieën   |   auteurs   |   top verhalen   |   nieuwe verhalen   |   zoek   |   links   |   instellingen   |   opties voor auteurs
Lekkere meiden zitten achter de webcam op je te wachten! Klik hier!


MORGENSTER - hoofdstuk 30 (mm:overige, 12781 words) [30/32] Toon alle delen
Auteur: Toegevoegd: Dec 21 2017 Kijkers/Lezers: 2263/1651 [73%] Waardering (deel): 10.00 (1 stem)
Vervolg...
Bekijk OutPersonals - de grootste gay dating site
met veel Nederlands en Belgische gebruikers!



Klik hier voor de eerste 75 regels van het verhaal

een plaatje gemaakt. Vicky was enorm leergierig geweest. Een kind met 
als motto: "ikke doen en zelf proberen". Hulp van anderen was niet 
nodig. Wist Vicky eenmaal hoe iets moest dan wilde ze geen steun. Ze 
was, net als alle anderen in haar familie en ook Richard dus, klein van 
stuk. Op school waren er al snel andere leerlingen die beslissingen 
namen voor Vicky, want Vicky was klein, Vicky moest geholpen worden. 
Het werd echter niet gepikt: Vicky kon zichzelf prima redden en wilde 
dat maar al te graag bewijzen. Ze leerde prima maar ... was nooit 
tevreden geweest. Een A als beoordeling was nooit goed. Er was namelijk 
altijd nog een A+. Perfectie, dat wilde en zou ze bereiken. En daarvoor 
zette ze alles opzij. Ze moest en zou de beste zijn. High School legde 
ze in minder jaren af dan anderen. Ze had sneller gewild en gekund maar 
de leraren hadden dat tegengehouden. Bang als ze waren dat ze op een 
universiteit, als heel erg jonge leerlinge, zou verdrinken. Ze wilde 
naar de allerbeste medische universiteit en dat was volgens eigen 
onderzoek die in New York. Haar ouders, broer en diens vriendin vonden 
het vreselijk. New York was zo ver weg! Maar Vicky wist wat ze wilde en 
dan was het onmogelijk om haar nog op andere gedachten te brengen. Je 
kon praten als Brugman en Vicky luisterde, zo was ze dan ook weer wel, 
maar het deed niets af aan haar eigen besluit: New York! 

En daar ... daar nam ze op een gegeven ogenblik tijdens haar studie een
stuk afstand van haar familie. Ze had aangegeven dat ze rust nodig had. 
Haar moeder en vader stelden haar voor naar huis te komen maar Vicky 
wilde dat niet. "Ik moet mezelf leren worden. Ik moet me nu zelf leren 
redden," waren haar woorden geweest. Ze hield contact maar verder dan 
telefoontjes af en toe kwam het niet. In april 1989 kwam ze terug naar 
Hawaï en ging daar meteen verder met haar opleiding. Maar ... ze was 
wel veranderd. Ze was ineens minder gericht op presteren, had tijd voor 
de familie, tijd voor een uitje af en toe met haar broer en schoonzus. 
Binnen twee jaar rondde ze haar opleiding af. Ze was nog steeds heel 
erg goed in dat wat ze graag wilde. Ze specialiseerde zich en af en toe 
moest ze naar andere universiteiten daarvoor. Maar altijd ging ze met 
tegenzin weg. Terug op het eiland zonderde ze zich dan altijd een paar 
dagen af: ziek. Ze had meteen na haar opleiding een baan gekregen in 
het ziekenhuis en daarnaast gaf ze ook les op de universiteit. Ze werd 
een alom gerespecteerd kinderarts en professor. Ze was het best als ze 
mocht werken, zo had Johan gezegd. Dan was ze in haar nopjes, zag je 
haar opbloeien. Lesgeven vond ze ook prachtig om te doen. Ze wilde maar 
wat graag haar kennis overdragen. Het reizen, vond ze vreselijk. "Te 
ver weg van huis," volgens haar woorden. Het huis dat ze gekocht had 
was veel te groot geweest voor haar alleen. Ze nodigde heel vaak haar 
ouders, broer en schoonzus uit om te komen logeren in de weekenden. En 
vaak kwamen Charles en Haimi ook alleen in de weekenden bij haar. 
Reünies van de Hartmans en de Coens vonden altijd plaats bij haar 
thuis: ruimte genoeg! Natuurlijk hadden haar ouders, broer en schoonzus 
gevraagd naar die periode waarin ze zo weinig contact had gehad met 
thuis, maar nooit was er een afdoend antwoord gekomen. Altijd waren het 
vaagheden geweest waarin Vicky zich had gehuld. Johan en Anouhea, twee 
jaar jonger dan Johan en dus twee jaar ouder dan Vicky, konden zich 
niet voorstellen dat ze zwanger was geraakt van een avondje uit. Het 
moest voor Vicky veel meer geweest zijn. Voor haar moest het echte 
liefde geweest zijn want anders zou ze geen seks met de man gehad 
hebben. Beiden waren ze daarvan overtuigd. In hun tienerjaren hadden ze 
met z'n drieën heel veel over dat soort onderwerpen gepraat en de 
mening van de drie kwam overeen. En ... ja ... toen moest er dus toch 
iets mis gegaan zijn. Liefde van Vicky voor de man en niet andersom? 
Had de man wellicht al een verbintenis? Het bleef gokken. Maar ze waren 
wel heel blij dat Vicky besloten had om Richard geboren te laten 
worden. 

Max zuchtte. Sommige basiseigenschappen van Vicky herkende hij in
Richard. Het nooit genoeg, het altijd beter moeten, dat kende Richard 
ook. Waarschijnlijk gaf Vicky zichzelf ook altijd de schuld als er iets 
fout ging. De eeuwig rondgaande tredmolen van goed, beter, best en dan 
nog absoluut zeker weten dat er nog vooruitgang te behalen is. De 
aanleiding was voor Richard iets anders geweest maar toch. En gelukkig 
kon Richard het steeds beter achter zich laten, kon hij er los van 
komen. Het werk van Jocelyn wierp vruchten af en ook het samen tanglen 
met Joëlle hielp hem daarbij. Dat het hem in de genen ingebakken zat 
werd hem duidelijk toen Charles heel ruiterlijk had verteld dat hij dat 
ook had. Had gehad. Dat hij in zijn tienerjaren doorgedraaid zou zijn 
als zijn ouders hem niet aan het praten hadden weten te krijgen. Dat 
hij achteraf enorm blij was dat ze hem naar een jeugdpsycholoog hadden 
gestuurd. Natuurlijk had hij eerst niet gewild. Had hij tegengesputterd 
maar ... er zich toch bij neer gelegd. Gewoon omdat het alternatief hem 
dodelijk vermoeide, omdat het voelde alsof hij aan het opbranden was. 
En het praten, het van zich afpraten had hem geholpen, doen inzien dat 
hij dat wat in hem zat moest leren te beteugelen. Zijn genen, zijn 
erfelijke aanleg aanpassen was een onmogelijkheid maar hij kon er wel 
mee leren omgaan. Er zo mee omgaan dat het allemaal te behappen was. 
Max was vol bewondering geweest dat deze bijna 21-jarige jongen daar zo 
eerlijk over durfde te praten. Ook Jocelyn prees hem nadien voor het zo 
mooi onder woorden kunnen brengen van iets dat zoveel impact moest 
hebben gehad. "Op het strand vertelde Haimi dat je mediteert, heeft dat 
je ook geholpen?" had ze gevraagd en daarop kwam een bevestigend 
antwoord. 

Het eten was allang en breed op maar ze waren allemaal zo opgegaan in
het gesprek dat niemand eraan gedacht had om de tafel af te ruimen. 
Anouhea had koffie gezet en ingeschonken maar ze waren blijven zitten 
waar ze zaten. Het voelde goed daar aan de dis. Toen het erop leek dat 
ze uitgepraat waren en er door Charles was voorgesteld dat Opa en Oma 
nog diezelfde avond ingelicht moesten worden omdat zijn grootmoeder de 
laatste tijd vanwege de spanning erg slecht sliep, kwam Haimi met een 
vraag over de betekenis van namen naar haar ouders. "Charles is 
vernoemd naar Opa. Zijn tweede naam is Kekoa dat 'dapper' betekent.  
Waarom hebben jullie hem zo genoemd? Wisten jullie dat hij in de 
problemen zou komen ooit? Voorvoelden jullie dat?" Het antwoord van 
haar moeder en vader was duidelijk. Nee, ze wisten dat natuurlijk niet. 
Maar wel wisten ze beiden dat Johan het ook heel erg moeilijk had gehad 
in zijn jeugd, en zeker de jaren dat de familie nog in Maryland woonde. 
Ook hij was de kleinste altijd. Ook voor hem namen anderen altijd 
beslissingen. Nooit lieten ze hem iets alleen doen. Een kleintje zoals 
hij kon dat toch niet? Dat was al begonnen tijdens Kindergarten. Altijd 
was er wel iemand die voor Johan de beslissingen nam. Die hem ergens 
mee wilde helpen. En ja ... dan moet je dapper zijn om op een gegeven 
moment op te staan en te zeggen dat je die goed bedoelde hulp niet 
wilt! Dat je het zelf kunt! Dat je het zelf wil doen! Dapper. Dat moet 
je dan zijn. "En daarom gaven wij hem juist die naam," zo besloot Johan 
de toelichting die hem emotioneel had gemaakt. Maar Haimi was nog niet 
helemaal tevreden. "En Richard? Betekent dat niet bijna precies 
hetzelfde?" Max had geknikt en toegelicht dat de betekenis van namen 
een van zijn hobby's was. Hij had verteld dat de tweede naam van 
Richard Maynard was en dat beide namen ongeveer dezelfde betekenis 
hadden. "Heeft Tante Vicky dat met opzet gedaan? Ik denk van wel. 
Jullie ook?" Met grote ogen had ze haar disgenoten aangekeken en 
gemerkt dat dat gevoel gedeeld werd. Ook Max had dat zo gevoeld. Vicky 
had Richard heel bewust zijn namen gegeven. "En ... " was Haimi verder 
gegaan. "Nog één ding. Wat als iemand nou de naam die hem of haar 
gegeven is wil veranderen? Wat dan?" Max had moeten slikken. Hij voelde 
haar ogen zo vreselijk duidelijk gericht op hem. En dat was zijn eigen 
schuld natuurlijk. Hij had zich haast voorgesteld als een expert op het 
gebied van namen. Het was een gewetensvraag voor hem en hij gaf heel 
duidelijk aan dat het voor hem moest kunnen. Als je met je naam niet 
overweg kon, moest je hem kunnen wijzigen. Een discussie brandde los. 
Want hoe zat het dan met de goede bedoelingen van de ouders als een 
naam heel bewust was gegeven? Tja ... lastig, had Max gevonden maar 
ondanks dat was hij gebleven bij zijn vaste overtuiging dat je met je 
naam moest kunnen leven. 

*** 

Richard zat in het parkje dat recht tegenover het huis lag waar hij en
Max de laatste dagen hadden gelogeerd. Het huis stond op het terrein 
van de universiteit van Petersborough en Max had het via vrienden voor 
elkaar gekregen dat ze het mochten gebruiken. Richard glimlachte. De 
Drummonds hadden, zo leek het in elk geval, overal wel vrienden en 
kennissen wonen. Hij had die mensen ontmoet in Los Angeles, San 
Fransisco, op Hawaï en hier in Petersborough. 

Hawaï. Hij dacht aan zijn Oma en Opa en de andere leden van de
Hartman-familie. Stuk voor stuk prachtige mensen. En ... ineens was er 
dan ook weer die steek van binnen: waarom had hij dan zoveel jaar lang 
mensen als de Donahues moeten kennen. Bewust schudde hij die gedachte 
van zich af. Had hij geleerd van Jocelyn. Gedachten waren maar 
gedachten en die kon je onderbreken. Een week nadat Max en Jocelyn naar 
Hawaï waren gevlogen waren hij en Stan samen met Max en Edith erheen 
gegaan. Zijn Oma, het klonk nog steeds heel bijzonder als hij dat zei 
of dacht vond hij, had hij de eerste avond dat Max en Jocelyn er 
geweest waren al via de telefoon gesproken. Jocelyn had hem gebeld en 
heel rustig uitgelegd wat er die dag allemaal gebeurd was. Het 
voornaamste was de overtuiging van haar en Max dat de Hartmans familie 
van hem waren: geen twijfel mogelijk bij haar en Max. Toen ze hem had 
gevraagd of hij met zijn Oma wilde praten, had hij meteen "Ja" gezegd. 
Hij vertrouwde volledig op dat wat Max en Jocelyn hadden gevonden. Zijn 
Oma was heel rustig geweest. Hij niet. Zijn hart bonkte hem in de keel. 
De tranen liepen hem over het gezicht en hij was heel blij dat hij 
meteen om Stan en Edith had geroepen. Zijn Oma was overtuigd. De 
vergelijking van foto's zei haar genoeg en ze had hem meteen 
uitgenodigd om met Stan over te komen en kennis te maken. Toen ze 
geland waren op het vliegveld had een van de stewardessen hen gevraagd 
om in het vliegtuig te blijven zitten. Hij, Max, Edith en Stan hadden 
opgekeken. Waarom? Dat werd al snel duidelijk toen zijn Oma en Opa het 
vliegtuig binnen waren gekomen en hem, Stan en de anderen de Lei Groet 
brachten. Opnieuw tranen. Ook Stan was helemaal van de kaart geweest en 
even had hij zijn aandacht van zijn grootouders moeten verleggen naar 
Stan om hem duidelijk te maken dat alles goed was. Dat de tranen tranen 
van vreugde waren op dit moment. Achter de gate had hij kennisgemaakt 
met Johan, Anouhea, Charles en Haimi. De gelijkenis met zijn Oom had 
hij ook meteen gezien. En de familieovereenkomst was het meest 
duidelijk toen hij Charles tegenover zich had zien staan. Het was alsof 
hij een hand had uitgestoken naar zijn spiegelbeeld. 

Zijn gedachten werden onderbroken door het piepen van zijn telefoon: een
sms-bericht. Hij pakte het toestel, drukte een paar knoppen in en 
bekeek wat binnen gekomen was: "Kom je terug? We hebben een afspraak!" 
Had ze dan toch contact opgenomen? Hij stond op en voelde de pijn in 
zijn benen. Had hij te veel gelopen of was het zo vroeg op de ochtend 
toch al te warm geweest om hard te lopen. Hij wist het niet. Het maakte 
ook niet uit. Hij liep terug naar het huis en het eerste wat hij zei, 
nadat hij binnengekomen was en Max onder ogen kwam, was: 'Is die vrouw 
nou helemaal van de pot gerukt!' 

'Het was een gesprek met haar zelf, Richard, en dus ben ik heel blij.' 

'Nou ik niet! Het lijkt erop alsof ze met ons aan het dollen is en daar
heb ik geen zin in!' 

'Rustig nou, man! Ga onder de douche en laat alle spanning van je
afstromen. Dit is een doorbraak, Richard! Ze heeft ons uitgenodigd voor 
een gesprek op Belle...' 

'Oh! En jij weet waar dat is?' 

Max schoot in de lach. 'Ja, jongen, ik weet heus wel hoe ik met Google
Maps een adres op moet zoeken. Volgens mij heb ik de afgelopen maanden 
jonge jongens over de vloer gehad die mij uitgelachen hebben omdat ik 
een halve digibeet was en die mij daarna geleerd hebben hoe ik nog 
beter met computers en internet om kan gaan. En nu opschieten, want 
anders komen we te laat. Hup! Wegwezen jij! Je stinkt!' 

Richard haastte zich niet. Had hij geen enkele zin in. Stuurs liep hij
naar de badkamer, kleedde zich uit en stapte onder de douche. Hij 
snapte niets van die vrouw. Ze waren naar Toronto gekomen in de 
veronderstelling dat ze een gesprek met Catherine Carlier, want zo 
bleek ze dus nu te heten, zouden hebben. Dat gesprek was afgezegd door 
een secretaresse en daarvoor in de plaats was een afspraak gemaakt in 
een groot advocatenkantoor in het midden van Bay Street, het financiële 
centrum van Toronto de hoofdstad van de provincie Ontario. Dat gesprek 
was uiteindelijk ook niet doorgegaan. Max en hij waren keurig op tijd 
geweest en waren al door iemand naar een kantoortje gebracht maar ... 
mevrouw Carlier was niet verschenen. Na een half uur wachten kwam er 
een vriendelijke jongedame die hen met een brede glimlach op het 
gezicht meedeelde dat mevrouw  helaas weggeroepen was. "Kunnen we een 
nieuwe afspraak maken?" had Max geprobeerd. Het verzoek werd aangehoord 
en opgeschreven tezamen met het telefoonnummer van Max maar ... er was 
geen enkele toezegging gedaan, ook niet nadat Max daarop had 
aangedrongen. 

In de hal beneden aangekomen stevende Richard recht op de draaideur af
maar Max had hem aan zijn arm vastgepakt en hem meegenomen naar een 
zithoek in de lobby van het kantoorgebouw. "Wat gaan we hier doen? 
Koffiedrinken?'' had de jongen schamper gevraagd. "Wachtten en 
observeren," had Max hem laten weten. En dat had Max, zo had hij 
duidelijk gemerkt, ook gedaan. Eerst had hij heen en weer gekeken door 
de hal, zo leek het. Daarna had hij iedere keer als de liftdeuren van 
een van de beide liften opengingen zich geconcentreerd op degenen die 
naar buiten kwamen. "Straks gaan we toneelspelen," zo had hij gezegd. 
Richard had hem vreemd aangekeken maar daarna goed geluisterd naar dat 
wat zijn begeleider, want zo zag hij Max graag, hem in zijn oor had 
gefluisterd. Gaandeweg de instructie was er een glimlach rond de lippen 
van Richard verschenen. Waar hij zelf zich alleen maar kwaad had 
gemaakt omdat het gesprek opnieuw niet was doorgegaan, dacht Max in 
oplossingen en zocht hij actief naar mogelijkheden om toch dat te 
bewerkstellingen waarvoor ze naar Toronto waren gekomen. "Is het 
duidelijk wat ik je heb gezegd?" Richard had geknikt en kreeg daarop 
een briefje in de hand gedrukt waarop Max even daarvoor iets had 
geschreven. En toen was het wachten geweest. Bij de zoveelste lading 
liftgebruikers was Max opgestaan en had hij Richard aan zijn arm 
meegetrokken. Hij had geroepen en gezwaaid naar iemand in de verte. 
Iemand die er, zo wist Richard, helemaal niets was. Het 'toneelstuk' 
was begonnen. De mensen die de lift uitkwamen liepen als het ware van 
noord naar zuid en zij beiden van west naar oost. Heel bewust. Heel 
doelgericht. En omdat Max zogenaamd zijn aandacht had gericht op iemand 
ver voorbij de groep mensen die de lift uitkwamen, liep hij recht tegen 
mevrouw Carlier op. Zij schrok, Max wendde schrik voor en liet zijn 
koffertje vallen dat, omdat het zo was voorbereid, van het slot af op 
de grond viel. De inhoud gleed eruit. Te midden van de mensenstroom 
bukte Richard zich om de papieren, notitieblokken, pennen en wat al 
niet meer bijeen te rapen. Mevrouw Carlier putte zich uit in 
verontschuldigingen omdat zij de botsing niet had zien aankomen en ging 
behulpzaam door de knieën. Verder lette niemand op hen en de stroom 
ging keurig rechts en links om hen heen. Gebruikmakend van deze 
natuurlijke dekking, strekte Richard zijn hand uit naar haar en liet 
hij haar het opgevouwen briefje zien. Even keek zij hem recht in de 
ogen en leek het alsof zij niet wist wat te moeten doen. Maar toen 
pakte zij het aan en stopte het snel weg in de mouw van haar blouse en 
begon samen met Richard de spullen van Max bijeen te zoeken en terug te 
leggen in het koffertje. Toen alles verzameld en opgeborgen was, sprak 
zij een zoveelste verontschuldiging uit, groette kort en liep naar de 
uitgang. Max en Richard liepen verder naar de plaats waar Max zijn 
zogenaamde bekende had gezien. "En? Gelukt?" vroeg hij. "Ze heeft het 
briefje aangenomen. En wat nu?" "Afwachten, jongen. Afwachten." 

En dat hadden ze gedaan. Diezelfde dag was er niets meer gebeurd maar nu
had ze dan toch gebeld. Richard draaide de kraan uit, droogde zich snel 
af en liep met een handdoek om zijn middel terug naar zijn slaapkamer. 
Snel kleedde hij zich aan in een strakke boxer, korte broek, 
sneakersokken en een T-shirt. Hij wilde zich kleden zoals hij was en 
ging niet opnieuw op net. 'Waar moeten we heen?' vroeg hij toen hij 
zich bij Max voegde in de woonkamer. 'Niet naar een andere 
wolkenkrabber op status, hoop ik.' 

'Nee, Richard, want anders had ik je vast wel gevraagd iets anders aan
te trekken.' 

'Ze kan me wat! Ik kleed me vandaag zoals ik wil.' 

Max moest glimlachen om het recalcitrante gedrag van Richard. 'Ze heeft
aangegeven dat ze ons wil ontmoeten op Belle Island.' 

'En daar ontmoeten we elkaar dan?' Hij zag hoe Max knikte. 'Heb je het
opgezocht op internet?' 

'Ja. Op Google Maps. Maar ... ' 

'Maar wat?' 

'Er is helemaal niets te zien daar.' 

'Huh? Niets te zien. Heb je goed gekeken?' 

'Heb precies gedaan wat Stan en jij mij geleerd hebben. Zelfs kunnen
zien hoe lang het duurt om daar te komen maar ... zo'n raar leeg 
plaatje. Maar ... plaag een oude man als ik maar!' 

'Zo bedoel ik het niet.' 

'Dat weet ik best maar ik probeer je wat vrolijker te stemmen zodat dat
gemopper van je op zal houden.' 

'Oh.' 

'Geeft niets. Ik kan het me best voorstellen maar laten we proberen er
het beste van te maken. Ik wilde tenslotte een ontmoeting. Een echte 
dit keer. Het feit dat ik haar zelf aan de lijn heb gehad, doet me 
vermoeden dat het er dit keer echt van gaat komen , maar kom naast me 
zitten en kijk even mee als je wilt.' 

Richard ging naast Max zitten en zag hetzelfde als hij. In de buurt van
Belle Island was alles groen op het plaatje. Geen enkele bebouwing was 
daar, zo leek het. 'Heb je geprobeerd met de satellietbeelden?' 

'Nee. Kan dat ook nog?' 

'Yep.' Richard klikte op de knop links onder in het scherm en wat ze te
zien kregen verbaasde hem enerzijds wel en anderzijds niet. Het groene 
in de normale kaart had geduid op groenvoorzieningen maar al die bomen 
die hij op de satellietbeeld zag leken toch een echt bos. 
'Waarschijnlijk het groene hart van de omgeving,' concludeerde hij. 

'Ja. Dat lijkt erop. Moet ik iets anders aan doen?' 

'Je gaat me niet vertellen dat je een korte broek bij je hebt toch?'
grapte Richard met een brede grijns op zijn gezicht. 

'Ben je gek! Daar loop ik al jaren niet meer in! Geen gezicht!' 

'Laat dan maar lekker. Je ziet er prima uit.' 

'Echt?' 

'Ja. En ik kan het weten. Ik val op mannen.' 

Max schoot in de lach, sloeg een arm om Richard heen en trok hem dicht
tegen zich aan. 'Ik houd van je, Richard!' 

'Dat weet ik, Max, en als je dat zegt doet me dat heel erg goed.' 

'Ik weet het. En daarom zal ik dat ook blijven zeggen maar kom, we
moeten nu echt gaan. De routeplanner gaf aan het een rit van zo'n twee 
uur is.' 

'Weet zij dat ook?' 

'Ja. Toen ik haar vertelde dat we in Petersborough zaten, gaf ze me
sneller dan dat ik Google Maps kon openen de reistijd aan.' 

'Maar jij moest nog wachten tot ik terug zou komen.' 

'En?' 

'Dan staat zij straks misschien al een hele tijd op ons te wachten!' 

'Nou en? Hebben wij niet lang genoeg op een gesprek met haar moeten
wachten?' 

Daar kon Richard het alleen maar hartgrondig mee eens zijn. Zijn enige
voorstel daarna was: 'Laat je koffertje maar thuis vandaag. Anders laat 
je hem weer vallen misschien en al die spullen passen ook wel in mijn 
rugzak.' 

*** 

De rit duurde, doordat Richard het gaspedaal flink intrapte op de
snelweg en het rustig was op de weg, iets minder dan twee uur. Eerst 
ging het door het binnenland en zagen ze onder andere Rice Lake dat ze 
op hun route van het Lester B. Pearson International Airport, waar ze 
een auto gehuurd hadden, naar het universiteitsterrein ook hadden 
gezien. Daarna was het een groot stuk via de snelweg genummerd ON-401 
E. Bij de afslag 619 ging het verder over Montreal Street in de 
richting van Kingston en was het duidelijk aan alles te zien dat ze een 
stad naderden. Bijna uit het niets verscheen er ineens links voor hen 
een bebost gedeelte. 

'Is dat het?' vroeg Max. 

'Denk het wel. We moeten er volgens de routeplanner in elk geval bijna
zijn. Hier moet ik naar links.' 

'Ja. We zitten op Belle Park Drive,' zei Max die het straatnaambordje
had kunnen lezen. 

'En nu?' 

'Rechts aanhouden, dan doorrijden tot we niet verder kunnen en dan de
parkeerplaats op.' 

Richard keek om zich heen en zag dat het groener begon te worden. Hij
voelde zich hier buiten de stad in elk geval. Een gevoel van heimwee 
naar zijn echte thuis overviel hem. Niet het gezin waarin hij was 
opgegroeid maar de plaats. Het prachtige gedeelte van Victoria Island, 
de natuur. Er lag een golfbaan links van de weg maar nog steeds was het 
einde van de weg niet bereikt. De weg ging over het water. 'Waar zitten 
we ergens?' vroeg hij zich hardop af. 

'Het is mooi hier,' verzuchtte Max. 'Volgens internet zitten we hier in
een baai. Aan de ene kant, vraag me niet welke, heb je de Saint 
Lawrence River en aan de andere kant Great Cataraqui River.' 

'Ik ben blij dat ik niet de enige wandelende encyclopedie ben,' zei de
jongen met een lach in zijn stem. 

'Ik citeer alleen maar mijn smartphone hoor.' 

'Ja, ja. Maar ondertussen heb je dat ding wel geraadpleegd omdat je het
wilde weten.' 

'Ja. Dat zal ik niet ontkennen. Ik mag graag dingen weten.' 

'Oké. Volgens mij zijn we er. Daar kan ik niet verder. De parkeerplaats
maar op dan?' 

'Dat heeft ze ons aangeraden. Parkeren langs de weg lijkt me niet handig
hier. De weg is veel te smal.' 

'Best druk hier,' zei Richard terwijl hij de auto naast zwarte Ford
parkeerde. 

'En daar zie ik iemand staan wachten,' wees Max, maar wel zodat het
alleen voor Richard zichtbaar was, naar rechts. 

'Huh?' 

'Ja, ze ziet er heel anders uit.' 

'Weet je zeker dat zij het is?' Richard was nog niet overtuigd. Deze
vrouw leek totaal niet op degene die hij van heel dichtbij gezien had 
in de hal van die wolkenkrabber. Ze droeg een lichtblauwe capri jeansi, 
gympen, een witte blouse met de mouwen omgeslagen, een rode baseball 
cap en een donkere zonnebril. 'Weet je het zeker?' vroeg hij nogmaals. 

'Verder staat er niemand te wachten, jongen, en dus moet zij het wel
zijn. Ze zou hier eerder zijn dan wij en kijk, ze komt op ons 
toegelopen.' Snel maakte Max zijn autogordel los, opende het portier en 
stapte uit. 

'Meneer Drummond,' sprak Catherine Carlier, 'ik ben blij u de hand te
kunnen schudden. 'Was het een lange reis?' 

'Dat wel, maar we hebben heel veel mooie dingen gezien.' 

'Petersborough ligt midden in het gebied dat de Golden Horseshoe wordt
genoemd en inderdaad het is een heel divers landschap. En jij bent 
Richard?' vroeg ze toen Richard om de auto heengelopen was. 

'Ja.' Hij was blij dat ze niet een achternaam had genoemd. Hij vond het
nog niet gemakkelijk om zich Hartman te noemen. Zijn Oom, die jurist 
was, was bezig met allerlei juridische zaken rondom zijn 
naamsverandering en tot die tijd wilde hij de naam eigenlijk nog niet 
gebruiken. Ook hij schudde haar de hand. Het was een stevige hand die 
ze gaf. 'U ziet er werkelijk heel anders uit dan de eerste keer dat ik 
u zag.' 

Catherine zag de verbazing op het gezicht van de jongeman en schoot in
de lach. 'Dit ben ik zoals ik werkelijk ben, Richard. Vrijdag is in de 
regel mijn vrije dag en dan kan ik mezelf zijn. Voor de rest van de 
week heb ik allerlei verplichtingen die verband houden met het werk van 
mijn man of de liefdadigheidsinstellingen die in ondersteun. Natuurlijk 
draag ik beide een warm hart toe maar ... vrijdag is wel mijn meest 
favoriete dag.' 

Richard en Max waren naar Toronto gekomen omdat ze antwoorden wilden
hebben voor Stan. De meest belangrijke vraag aan haar zou zijn, waarom 
ze Stan weggegeven had. En ja ... met het stellen van die vraag, was er 
ook een stuk vooroordeel ingeslopen. Een vooroordeel ten opzichte van 
de vrouw die het over haar hart kon verkrijgen om een tweejarig kind 
weg te geven. En dat oordeel was niet positief uitgevallen. Maar nu ... 
nu ze zo ongedwongen met hem praatte, voelde Richard zich ineens 
bezwaard. Hij had haar niet mogen oordelen. Hij wist helemaal niets van 
haar af. Hij had eerst weet moeten hebben van de omstandigheden 
waaronder ... 

'Zullen we een eindje gaan wandelen. Een eindje verderop is een
picknickplaats en daar is het vast nog wel rustig. Wacht u beiden even 
hier, dan haal ik mijn tas met thermoskannen en broodjes even op.' 

'Prima idee,' reageerde Max. Hij had het initiatief graag over gelaten
aan Richard maar zag dat de jongen even helemaal van de wereld was. Hij 
stootte hem met zijn elleboog aan. 'Alles goed?' 

'Ik had beter naar je moeten luisteren,' fluisterde Richard. 'Ik heb
haar geoordeeld. En dat had ik niet moeten doen. Ik wist niets van haar 
en toch ... ' 

'Je hebt geoordeeld op dat kleine beetje informatie dat je had, jongen.
En ja ... het was wellicht te weinig ... maar ... ' Max, die in de 
regel nooit om woorden verlegen zat, kwam er even niet uit. Een beeld 
vormen deed je heel snel, zo wist hij uit eigen ervaring. Het was beter 
af te wachten maar ... dat lukte niet altijd. Maar hij wilde Richard nu 
wel waarschuwen voor de valkuil die zich voor hem opende en zei terwijl 
hij de jongen heel doordringend aankeek: 'Maak nu niet de fout jezelf 
te oordelen, Richard.' 

'Ik ... ik ... ' 

'Ik snap je vertwijfeling heel erg goed. Als je iemand ineens in het
echt ontmoet en zo iemand loopt op afgetrapte gympen rond en lijkt een 
heel gewoon mens te zijn dan is het ineens anders nietwaar?' 

Richard knikte. 

'Laten we het gesprek afwachten. Mee eens?' 

Opnieuw knikte Richard. Ja, Max had helemaal gelijk. Het gesprek en de
antwoorden, daar kwam het op aan. 

Catherine kwam terug en Richard stelde meteen voor dat hij de tas van
haar zou overnemen. 

'Dankjewel,' reageerde ze. 'Je hebt manieren geleerd.' 

Richard snoof. En meteen hoopte hij dat zij het niet had gehoord. Hij
moest hoognodig leren om niet meteen overal op te reageren, zo sprak 
hij zichzelf toe. 

'Niet dan?' vroeg Catherine, die het dus wel degelijk gehoord had, met
een vragende blik op haar gezicht aan Max. 

'Ja hoor, Richard heeft zichzelf heel keurig opgevoed.' Een antwoord die
de waarheid recht deed, zo vond Max, en verder was hij op dit moment 
niet bereid ook maar iets toe te lichten. 

Even was ze verbaasd door het antwoord van Max. Ze keek van de een naar
de ander en ging hen toen voor op een smal zandpad het bos in. Tijdens 
het lopen werd er niet gepraat. Ze kwamen bij een open plek met een 
picknicktafel en toen Richard de tas bij de tafel neerzette, bedankte 
Catherine hem nogmaals. Ze paste er echter voor om nogmaals een 
opmerking over zijn opvoeding te maken. Er zat hem duidelijk iets 
dwars, zo had ze het idee. Toen ze voor het eerst telefonisch contact 
had gehad met een privédetective had deze de naam Stanley Petursson 
laten vallen en meteen waren bij haar allerlei alarmbellen gaan 
rinkelen. Ze had gezegd dat het telefoontje haar op dat moment niet 
uitkwam en gevraagd of ze terug kon bellen. Het was een uitvlucht 
geweest puur en alleen om haar gedachten te ordenen. Een paar dagen 
lang had ze met het blaadje met daarop het telefoonnummer rondgelopen. 
Het steeds weer bekeken en zich steeds weer afgevraagd hoe het mogelijk 
was dat deze man haar had gevonden. Ze had het hem moeten vragen maar 
... of ze een antwoord zou hebben gekregen, dat wist ze niet. Dat 
gedeelte van haar verleden, dat ze dacht netjes afgedicht te hebben, 
had haar ingehaald. En ze wist heel erg goed dat dit allerlei 
consequenties kon hebben. Niet alleen voor haar maar zeker ook voor de 
politieke carrière van haar man. Paul Carlier was een telg uit een 
politieke dynastie. Diverse familieleden van hem hadden een politieke 
functie bekleed en, als de peilingen het bij het juiste eind hadden, 
dan zou haar man bij de eerstvolgende verkiezingen de premier van de 
provincie Ontario worden. Ontario was belangrijk in Canada en het was 
meermalen gebleken dat die functie een goede opstap was naar de 
landelijke politiek. Iets wat Paul zeer zeker ambieerde en zij had hem 
daartoe carte blanche gegeven: aangegeven dat zij alles zou doen om 
zijn streven werkelijkheid te doen worden en hem daarbij te steunen. 
Het enige waar ze flink aan had moeten wennen was de media-aandacht. 
Werkelijk overal waar ze kwam, leek de pers haar op te wachten. Toen 
haar man de nummer een in zijn partij was geworden, was het heel erg 
geweest. Ze kon de kinderen niet naar school brengen of er werden wel 
plaatjes geschoten. Vreselijk! Een gewoon leven leek toen heel ver weg 
te zijn en even had ze het idee gehad dat ze dit absoluut niet wilde. 
Ze wilde het vooral haar kinderen niet aan doen. Die hadden het recht 
op een gewoon leven. Konden zij het helpen dat hun vader een beroemde 
politicus was? Nee! Gelukkig waren er toen afspraken gemaakt met de 
pers. Er was duidelijk afgesproken dat het privéleven van de familie 
privé moest blijven. Gelukkig werden de afspraken aardig goed 
nagekomen. Maar nu ... wat als alles bekend zou worden? Wat dan? Ze 
ging zitten en verzocht de man en de jongen hetzelfde te doen. Ze keek 
de jongen eerst aan. Ze had hem eerder goed in de ogen kunnen kijken en 
iets gezien dat haar ... tja ... hoe omschrijf je zoiets. Ze had het 
idee dat hij te vertrouwen was. Toen ze haar blik naar de man op 
leeftijd verplaatste zag ze dat vertrouwen ook maar ... hij was ook 
geslepen. Hij wist wat hij wilde en daar zou hij niet van af te brengen 
zijn. 

'Catherine,' zo begon Max uiteindelijk toen de stilte hem te lang begon
te duren. 

'Sorry! Eerst koffie,' zo brak ze de opening van Max af. 'Of willen
jullie thee? Dat heb ik ook.' 

Richard en Max kozen voor koffie. De jongen kreeg het gevoel dat
Catherine zich niet op haar gemak voelde. Eerst was er die lange stilte 
tijdens het lopen geweest. Toen had ze een tijdlang hen beiden 
aangekeken en nu had ze Max' poging om het gesprek te openen 
getorpedeerd. Nou ja ... hij had best trek in koffie maar ... van 
uitstel mocht geen afstel komen. 

'Sorry, maar ... ik voel me wat onmachtig,' zo zei ze nadat ze drie
mokken met koffie had gevuld en er, ongevraagd, een gevulde koek bij 
had gelegd. 'Jullie ... soms zou ik willen dat ik Paul, mijn man, was. 
Hij zit nooit om woorden verlegen, praat altijd heel gemakkelijk en ik 
... ik stotter en stamel altijd tenzij ik van te voren weet wat ik 
ongeveer moet gaan zeggen. Dan ... dan lukt het me wel om 
gestructureerd iets te zeggen. Maar nu ... dit heb ik niet kunnen 
instuderen want ik weet niets van jullie. Ik weet alleen dat een mij 
onbekende beller mij een naam heeft gegeven en dat die naam bij mij 
herinneringen uit het verleden naar boven heeft gebracht.' 

'Ja, dat kan ik me voorstellen,' zei Max. 'Het is de naam van iemand om
wie wij beiden heel erg veel geven en wij zijn hier voor hem. Wij 
zitten met vragen en jij bent degene die de antwoorden weet.' 

'Eén vraag van mijn kant vooraf, als je het goed vindt en dan wil ik nog
iets toelichten en iets controleren.' Ze keek Max aan en zag hem 
knikken. 'Hoe hebben jullie mij gevonden?' Ze had echt gedacht dat ze 
haar sporen volledig had uitgewist zoveel jaren geleden. 

'De doorbraak kwam door een taxichauffeur.' 

'Huh?' 

'Vorig jaar was je met je echtgenoot in Victoria op Vancouver Island en
toen er ergens in april in onze opdracht navraag gedaan werd naar een 
taxirit van meer dan vijftien jaar geleden, kregen we na heel lange 
tijd respons in de vorm van: "Zo'n mooie vrouw vergeet je nooit meer! 
Ze zag er wel wat ouder uit maar ... Eenmaal zoiets moois gezien ... 
Nooit meer vergeten!" De man glimlachte daarbij heel erg breed.' 

Catherine moest lachen. En met dat lachen viel er een enorm stuk
spanning van haar af. 'Oké, dat mag duidelijk zijn. Nu het volgende. 
Van het begin af aan ben ik er voorstander van geweest om het gesprek 
aan te gaan en dat op een informele manier. Vandaar ook mijn eerste 
voorstel om jullie te spreken in dat restaurant bij Lake Ontario. Het 
kwam er echter niet van omdat iemand, ik weet nog niet wie en hoe, 
lucht kreeg van mijn voornemen en het aan mijn man vertelde. Die vond 
dat het niet kon. Hij wilde dat soort dingen niet, je wist nooit wat 
ervan zou kunnen komen. Ik ... kon me dat enigszins voorstellen. Hij 
staat altijd in de spotlights en ... nou ja ... ik liet me overtuigen 
door hem. Het gesprek op kantoor. Ik had verwacht dat het gedaan zou 
worden in een van de vele normale gesprekskamers. Maar ... dat bleek 
niet zo te zien. Het was een kamer voorzien van allerlei verborgen 
geluids- en beeldapparatuur. Er zouden opnames gemaakt worden en dat 
... dat wilde ik niet. Absoluut niet. Vandaar die afzegging op het 
allerlaatste moment. Dit alles,' ze maakte een wijds gebaar met haar 
armen, 'gaat over mij. Heeft in principe helemaal niets te maken met 
Paul. Alleen maar met mij ... en natuurlijk Stanley.' 

Max zag haar even stilvallen. De armen die even tevoren nog haar spreken
hadden ondersteund vielen langs haar zij en haar blik was naar beneden 
gericht. 

'Desalniettemin ... het klinkt allemaal zo stom en ik zou het liever ook
niet doen ... maar ... ik moet van jullie beiden de zekerheid hebben 
dat ... dit gesprek ... het moet onder ons blijven. Natuurlijk zullen 
jullie het Stanley vertellen. Als jullie mij dat niet toezeggen, dan 
stap ik op nadat we onze koffie hebben opgedronken en ... nou ja ... 
het mag duidelijk zijn.' 

Begrip rees er meteen bij Richard voor dat wat ze van hen vroeg. Haar
verleden was belangrijk voor hen. Het verleden voor zover het 
betrekking had op Stan. En hij verwoordde dat ook meteen. 'Jouw 
verleden is voor ons alleen maar belangrijk voor wat betreft Stan. Wij 
hebben geen enkel ander doel dan antwoorden krijgen over hem. Het is 
absoluut onze bedoeling niet om ... Weet even niet hoe ik het moet 
zeggen. Maar het heden en de toekomst van jou en je echtgenoot zullen 
wij niet schaden. Opnameapparatuur of zo hebben wij dus niet bij ons. 
Als je wilt haal ik de rugzak die Max bij zich heeft leeg om je dat te 
laten zien. Max kan eventueel zijn colbert uitdoen, als je dat wilt, 
zodat je het kunt inspecte... ' 

'Niet nodig. Ik vertrouw jullie. Ik ... in jouw ogen las ik eerder al
dat je te vertrouwen bent. Het spijt me ... ' 

'Nergens voor nodig. Ik kan me heel goed voorstellen dat je voorzichtig
moet zijn,' sprak Max. 'Je kunt niet voorzichtig genoeg zijn. Maar van 
ons heb je niets te vrezen.' 

'Dank je. Ik ... voel me opgelucht. Ik ... nou ja ... ik vertrouwde het
meteen allemaal vandaar ook die toch nog redelijk snel gemaakte eerste 
afspraak. Oké en dan nu jullie vragen en mijn antwoorden.' 

'Mag ik je nog iets vragen?' Het was Richard die met duidelijk hoorbare
twijfel in zijn stem sprak. 

'Natuurlijk!' 

'Hoe oud ben je?' 

'Richard! Zoiets vraag je een dame toch niet!' Max lachte er heel
nadrukkelijk bij omdat hij niet wilde dat Richard zich opgelaten zou 
voelen. Meteen sloeg hij een arm om de schouders van Richard en trok 
hij hem naar zich toe. 

'Sorry, hoor maar ik ben een beetje in de war geraakt. In dat dure
kantoorpand schatte ik je op ... nou ja ... duidelijk ouder dan nu en 
dus ... ... nu ... nu weet ik het even niet meer. Je ziet er zo heel 
anders uit.' Richard bloosde. 

'Het geeft niet, Richard,' Catherine legde haar hand op die van hem en
kneep er zachtjes in. Ze voelde heel duidelijk dat hij het goed vond. 
'Mijn uiterlijk verschilt al naar gelang de gelegenheid. Moet ik mijn 
rol spelen, dan zie je me zoals je me daar zag. En nu ... nu ben ik 
mezelf. Helemaal mezelf. En ja ... ik kan me heel goed voorstellen dat 
je dan aan je observatievermogen gaat twijfelen. Ik ben 36 jaar. Is dat 
oud?' 

Het rood in zijn gezicht was nog niet helemaal weggetrokken maar vlamde
nu opnieuw op. 

'Niet blozen, Richard, nergens voor nodig. Je stelt me gewoon een vraag
die voor jou belangrijk is. Nietwaar?' 

Richard knikte. 'Je was dus 21 toen je Stan bij hen achterliet.' 

Had ze dat goed gehoord, schoot het meteen door haar hoofd. "Bij hen."
Het klonk ... tja ... hoe klonk het. Afstandelijk, besloot ze 
uiteindelijk. 'Ja. En het doet me nog steeds pijn als ik aan dat moment 
terugdenk. Het is een van de dingen in mijn leven waar ik absoluut niet 
trots op ben, waar ik ook nooit met enig mededogen naar mezelf toe op 
kan terugkijken. Maar ... ik kon niet anders. Op dat moment zag ik 
totaal niet hoe ik het anders zou kunnen doen. Zal ik maar gaan 
vertellen? Komen er vragen dan hoor ik het wel.' Ze zag hoe ze beiden 
naar haar knikten. Voor ze echter van wal stak, schonk ze opnieuw 
koffie in. 'Joyce Williams was mijn allerbeste vriendin. We woonden 
samen in haar huis in Seattle. Een mooi oud huis met veel ruimte. Ik 
was gelukkig. Dolgelukkig. Vanaf mijn zestiende nam mijn leven een 
wending en ik beleefde alles heel intens. Joyce stuurde me bij want ik 
was in het begin een wild ronddraaiende tol. Ik ... ja ... Oké. Joyce 
was tien jaar ouder maar dat maakte voor onze vriendschap niets uit. Ik 
had wat toezicht nodig. Ik kwam ... vanuit een moeilijke situatie, laat 
ik het maar zo noemen. Op mijn zestiende vond mijn begeleider het goed 
dat ik op mezelf ging wonen en hij zocht iets voor mij. Joyce en ik, we 
genoten van alles wat zich aandiende. Jongens waren er niet echt. 
Beiden hadden we af en toe een vriendje ... maar het was nooit echt de 
ware. Twee jaar later ontmoette ik Petur, de verklaring voor de tweede 
naam van Stanley, op mijn opleiding. We leerden beiden voor 
verpleegkundige. Hij was 22 en bezig met zijn twee carrière, zo had hij 
mij verteld. Ik ... ik was niet verliefd op hem ... of zo ... maar er 
waren overeenkomsten tussen ons. Ik vond hem leuk. Meer niet. Maar er 
was wel een band. Ik nam hem regelmatig mee naar huis om samen ons 
huiswerk te maken. Om te oefenen op Joyce bijvoorbeeld. Zij hielp ons 
waar ze kon. Overhoorde ons, tikte verslagen voor ons uit op de 
computer. Peturs studentenflat werd verkocht en moest wijken voor 
nieuwbouw. Ik vroeg Joyce of hij bij ons kon komen wonen. Zij vond het 
prima. Ze kende en vertrouwde hem. Diverse geruchten deden nadien de 
ronde. Peturs mannelijkheid, zo daar ooit al twijfel over was, stond 
buiten kijf.' Catherine glimlachte. 'Maar ... voor alle duidelijkheid 
... er was absoluut geen sprake van iets in die richting. We konden 
enorm goed met elkaar opschieten. We hadden een band. Een gedeelde 
achtergrond ook. Joyce had haar vader vier jaar voordat ik bij haar 
kwam wonen verloren. Haar moeder had ze nooit gekend. Ik stond altijd 
al alleen op de wereld en Petur was zijn familieband ontvlucht omdat 
hij op een eerlijke wijze en met zijn beide handen zijn geld wilde 
verdienen. Zijn exacte woorden. We voelden ons de "De Drie Musketiers". 
Uiteindelijk werden Joyce en Petur toch verliefd op elkaar. En ik ... 
ik kon alleen maar heel erg blij zijn voor hen. Het was zo mooi om te 
zien. Ze pasten ontzettend goed bij elkaar. En ... een half jaar later 
was Joyce in verwachting. Grote paniek bij haar en Petur. Ze hadden het 
niet verwacht. Hadden alles toch veilig gedaan? Maar ... er diende zich 
een kleine aan. Petur liet zich niet afschrikken. Vroeg de dag dat hij 
het van Joyce te horen kreeg haar meteen ten huwelijk. De datum, iets 
meer dan vier maanden later, werd ook nog die dag gepland. Maar ... het 
kwam allemaal niet zo ver.' 

Max zag heel duidelijk dat Catherine het er moeilijk mee had. Haar stem
had in het begin zo opgewekt geklonken maar gaandeweg haar vertellen 
was er een kraak in gekomen. En zeker nu leek het te breken. Toch zag 
hij hoe ze haar moed bijeenraapte en verder ging. 

'Het is lastiger dan ik dacht. De herinneringen zijn heftig.' 

'Wil je stoppen?' vroeg Richard. 

'Nee! Geen denken aan!' klonk het strijdvaardig. 'Jullie zijn vandaag
niet voor niets gekomen. Ik vertel het nu allemaal.' En ze ging meteen 
verder. 'Een maand voor de geplande huwelijksdatum kwam Petur tijdens 
zijn vaste hardloopronde te vallen. Het was een ongelukkige val. Hij 
raakte met zijn hoofd een stoeprand. Toen er gebeld werd nam ik de 
telefoon op en bracht Joyce meteen naar het ziekenhuis. Petur lag in 
coma en kwam daaruit niet meer bij. Drie weken later overleed hij. 
Vanaf het moment dat ze Petur in het ziekenhuis zag liggen Joyce was 
gebroken. Ik was dag en nacht bij haar. Ze was depressief, niet 
aanspreekbaar, verzorgde zichzelf niet meer. Het leek ... het leek 
alsof ze was opgehouden met leven. Alsof alles om Petur had gedraaid. 
Alsof ze nooit een zelfstandig persoon was geweest. Als... ' Tranen 
liepen over haar wangen. Ze pakte een zakdoekje uit haar broekzak en 
veegde ze weg. 'Ik wist haar ervan te overtuigen dat ze erbij moest 
blijven. Dat er een kindje in haar groeide en dat dat recht had om te 
leven.' 

Richard draaide zijn hoofd weg. De tranen van Catherine en dat wij hij
hoorde, maakten hem emotioneel. Het begin van Stans leven was dus 
verrekte lastig geweest. Was dat wellicht de reden dat hij anders dan 
anderen was? Hij herinnerde zich weer dat Mark Jenkins als mogelijke 
oorzaak stress van de moeder tijdens de zwangerschap had genoemd. 

'Het leek alsof ik tot haar begon door te dringen na lange tijd. We
regelden samen de crematie van Petur. Het was een emotionele 
bijeenkomst. Veel vrienden van ons waren er. Het was een mengeling van 
vreugde om wie Petur geweest was en ... verdriet omdat hij er niet meer 
was.' Opnieuw moest Catherine haar tranen wegvegen. 

'Laten we even de tijd nemen voor onze koffie,' stelde Max voor. Een
pauze die hij in elk geval nodig had. In zijn hoofd recapituleerde hij 
alles wat hij gehoord had. Catherine was zestien geweest toen ze bij 
Joyce was komen wonen. Ze had waarschijnlijk haar High School afgemaakt 
en daarna was ze naar de opleiding voor verpleegkundigen gegaan. 
Achttien dus. Daar had ze Petur ontmoet. Dus ... hij rekende terug ... 
ze zou zo negentien geweest moeten zijn toen Stan geboren was. Het werd 
stil in zijn hoofd en het was stil in het bos. Alleen natuurlijke 
geluiden waren er te horen. Hij zette zijn mok neer nadat hij hem 
leeggedronken had en stelde een vraag. 'De familie van Petur. Hoe zit 
het daarmee?' 

'Ik vond in zijn spullen een telefoonnummer, belde dat en kreeg een
advocatenfirma aan de lijn. Toen ik Peturs naam noemde werd ik 
doorverbonden. Natuurlijk gaf ik aan de familie te willen spreken maar 
... dat lukte niet. Ik vertelde de man aan de lijn wat er gebeurd was. 
Hij vroeg me hem op de hoogte te houden.' 

'Gaf hij niet aan het bericht door te zullen geven?' vroeg Richard
verbaasd. 

'Nee. In de dagen daarna vroeg ik regelmatig in het ziekenhuis of er
bezoek was geweest maar de enigen die kwamen waren Joyce en ik. Van 
Peturs familie kwam er niemand. Toen Petur overleed belde ik het nummer 
opnieuw. De man aan de lijn condoleerde me en zei toen wel dat hij het 
zou doorgeven aan de familie. Tijdens de plechtigheid heb ik goed 
opgelet maar er waren geen vreemden bij. Geen mensen die ik niet 
kende.' 

'Er is dus wel familie maar geen echte band.' 

'Zo heb ik dat destijds ook uitgelegd voor mezelf. Peturs achternaam was
Kvikne. Het is van oorsprong een Noorse familie maar ze wonen al 
generaties lang in Canada en de Verenigde Staten. Als je informatie 
over hen wilt zoek dan maar op Google. Heb ik ook gedaan destijds.' 

'Heb je hen ook bericht gestuurd toen Stan geboren werd?' 

'Ja. En ik weet dat ik daarmee de wil van Joyce heb genegeerd. Ik had
haar ernaar gevraagd maar zij wilde er niets van weten. Had 
waarschijnlijk ook wel gemerkt dat er niemand van Peturs familie 
aanwezig was bij de plechtigheid. Maar ... ik ... toen ik ... er alleen 
voor stond was ik toch van mening dat de familie er recht op had, op de 
een of andere manier. Stanley was tenslotte familie van hen.' 

'Kwam er een reactie?' 

Catherine schudde haar hoofd. 'Niets. Helemaal niets. Maar we zijn iets
te ver in het verhaal al.' 

'Oké, liep ik iets te ver vooruit dus,'  zei Max. 

'Het geeft niet. Na de crematie van Petur zakte Joyce opnieuw weg in
haar depressie. Waarschijnlijk had ze zich even eruit gewerkt om dat te 
doen wat nodig was voor Petur maar ... toen dat achter de rug was ... ' 
Opnieuw kwamen haar tranen. 

Max legde zijn hand op die van haar. 'Neem je tijd. Laat de tranen maar
komen. Terug gaan in het verleden, zeker als dat een beladen verleden 
is, is altijd moeilijk.' 

Ze nam alle tijd. Veegde, toen ze rustiger geworden was, opnieuw de
tranen weg, snoot haar neus en haalde een nieuw zakdoekje uit haar 
broekzak. 'Ik denk dat ik te weinig zakdoekjes heb meegenomen.' 

'Geen probleem,' merkte Richard op, 'Max heeft altijd een flinke
voorraad bij zich.' 

'Noodgedwongen,' voegde Max eraan toe en hij legde uit dat hij de
laatste tijd veel last had van tranende ogen. 

'Heeft waarschijnlijk te maken met de leeftijd,' gaf Catherine als
reactie. Vakkundig legde ze uit hoe het probleem waarschijnlijk 
veroorzaakt werd en ze moest lachen toen Max haar vertelde dat zijn 
dokter hem dat ook zo uit de doeken had gedaan. 'Het waren heel 
moeilijke maanden daarna. Ik had mijn baan opgezegd om bij Joyce te 
kunnen zijn. Had het idee dat ze niet alleen thuis kon blijven. Ze 
huilde heel veel en ik steunde haar waar ik kon. Ik probeerde haar te 
motiveren, nam haar mee uit. Niet naar een theater of de bioscoop of zo 
maar naar buiten. De bossen in. De frisse lucht opsnuiven. En dat alles 
in de hoop dat ze erdoor heen zou komen. Ik ging met haar mee naar de 
controles bij de huisarts voor de baby en ik zag aan hem dat hij zich 
ongerust maakte. Ik gaf antwoorden voor Joyce omdat zij alleen maar 
knikte en haar hoofd schudde, zo voelde het voor mij. Het ging niet 
beter. Eerst niet. Op een gegeven moment leek er alsof er iets van een 
doorbraak was ... en toen ... toen deed ze die zelfmoordpoging God, wat 
is dit stom! Het is zoveel jaar geleden en toch ... toch blijven de 
tranen maar komen.' 

'Niet stom,' probeerde Max haar gerust te stellen. 'Heb je dit ooit met
iemand anders besproken?' Hij zag hoe ze haar hoofd schudden. 'Kijk, 
daar heb je dan de oorzaak van al die tranen al. Je hebt nooit de tijd 
gehad om het te verwerken. Je hebt het altijd binnen in jezelf 
gehouden. Nooit gedeeld met iemand. En dan ... dan is het heel logisch 
dat je het nu allemaal opnieuw beleefd. En dan is het heel gewoon dat 
de emoties van toen weer naar boven komen. Heel gewoon, Catherine.' 

'Dank je ... ' Ze snoot haar neus. 

'Maar ... ik snap het niet ... ' drong Richard toen toch aan. 'Joyce
pleegde zelfmoord en toch ... ' 

'Toch kwam Stanley ... euh ... jullie noemen hem Stan, hè? Hebben jullie
liever dat ik hem Stan noem?' 

'Officieel heet hij Stanley,' zei Richard, 'maar ik heb hem altijd Stan
genoemd. Het maakt niet uit. Doe wat voor jou goed is, goed voelt.' 

'Dank je. Je bent heel erg inlevend, weet je dat.' Catherine nam een
nieuw zakdoekje uit het pakje van Max. 'En toch ... toch kwam Stanley 
ter wereld. Het ging dus beter met Joyce. Ze was opgewekter. Ze was 
meer erbij, zo had ik het idee. Ook de huisarts die regelmatig 
langskwam, had dat idee. Die middag vroeg ze me om zalmfilet te halen. 
Het leek haar zo lekker dat weer eens te eten. Daarom was ik even naar 
de winkel gelopen. Ik was nog geen tien minuten weg! Ik ... ' Ze voelde 
opnieuw dat het haar schuld was ... dat zij gefaald had ... dat ze haar 
vriendin, die haar zo nodig had, nooit alleen had mogen laten ... maar 
... ze wist ook ...  dat ... 'Joyce had me gevraagd iets te halen. Iets 
dat ze heel erg graag lustte en dat ze die avond graag wilde eten. Ik 
vond het niet vreemd of zo. Ik was blij dat ze interesse had in het 
avondeten en niet alleen maar alles naar binnen lepelde zonder het echt 
te proeven. Ze had haar voorkeur uitgesproken en dat legde ik positief 
uit, als een vooruitgang. Toen ik thuiskwam ... ' Catherine viel stil. 
Haar tranen waren op. Ze kwamen niet meer. Alleen de pijn was er nog. 
De pijn van de herinnering aan die middag. 'Ze had zichzelf verhangen. 
Ik wist wat ik moest doen. Ik ondersteunde haar zodat de druk ... ik 
belde het alarmnummer. Daarna ging alles heel erg snel. Een ambulance 
voor de deur, naar het ziekenhuis, intensive care. Ik mocht er eerst 
niet bij. Later wel. Ik kreeg helaas geen woord van Joyce meer. Wel het 
bericht van de artsen dat zij het niet zou redden. Dat de beschadiging 
aan haar hersenen te groot was. Het kind konden ze wel redden en omdat 
er eigenlijk niemand was die voor Joyce kon beslissen, deden de artsen 
dat. Stanley kwam met een keizersnee ter wereld. Hij huilde alleen maar 
na de geboorte. Ik vond het vreselijk om te zien want ik kon me zo goed 
voorstellen dat hij moest huilen. Hij stond er helemaal alleen voor,' 
snifte Catherine. 

Heel voorzichtig stootte Richard Max aan omdat hij vermoedde dat er een
nieuw pakje zakdoekjes nodig was. 

'Maar dat pakte toch anders uit,' herpakte de vrouw zich. 'Joyce en
Petur hadden via een akte bij een notaris vastgelegd dat als hen beiden 
iets zou overkomen ik de voogdij over Stanley zou krijgen. Zo was 
Joyce. Ze regelde alles. In haar tas vond ik ook een door Petur met de 
hand geschreven en ondertekende brief dat hij de vader van het kind van 
Joyce was. Voor alle zekerheid als hem iets mocht overkomen voordat ze 
officieel getrouwd waren. Joyce wilde graag zekerheden.' 

'Sorry, maar wat was naar jouw mening de betekenis van die brief?' 

'Ik heb Joyce en Petur alleen maar over één ding horen kibbelen ooit:
hun trouwdatum. Joyce wilde zo snel mogelijk trouwen. Wilde geen gedoe. 
Wilde niet in het middenpunt van de belangstelling staan. Daar had ze 
sowieso een hekel aan. Het liefst speelde ze een rol op de achtergrond. 
Altijd. Petur wilde echter dat het voor haar de allermooiste dag van 
haar leven zou worden met alle toeters en bellen die er maar bij horen. 
Een mooie jurk, een groot feest met vrienden. Gewoon een dag om nooit 
meer te vergeten. Maar omdat dat niet van de ene op de andere dag te 
organiseren viel en dus nog even zou duren wilde Joyce een stukje 
zekerheid. Ze wilde met die brief de mogelijkheid hebben om haar kind 
de achternaam van Petur te geven als ... nou ja ... als er iets mis zou 
gaan.' 

Hardop concludeerde Max dat dat niet gelukt was dus en Catherine gaf de
toelichting dat de instanties er niet aan wilden. Niet rechtsgeldig. 

Catherine slaakte een diepe zucht. 'Stanley was er en ik stond voor een
groot dilemma. Ik was negentien en had een kind, als ik dat zou willen. 
Ik moest dingen regelen. Hij moest een naam hebben en als ik niet de 
voogdij op me nam dan zou iemand die helemaal niets met hem te maken 
had hem een naam geven. Ik raadpleegde adviseurs van een 
kinderbeschermingsorganisatie. Zij raadden het me af. Ik was te jong 
volgens hen om goed voor Stanley te kunnen zorgen. Maar het alternatief 
... dat stond me absoluut niet aan.' 

Max vroeg hoe ver de zwangerschap was toen Stan ter wereld werd gebracht
en kreeg te horen dat Joyce in de 33e week was. 

'Wat was het alternatief?' vroeg Richard want hij vroeg zich af waarom
zij daar weerwil tegen had. 'En jij gaf hem dus zijn namen?' 

'Ja. Een afschrift van die notariële akte vond ik in de handtas van
Joyce tezamen met de brief van Petur trouwens. Ik gaf hem de naam 
Stanley naar de vader van Joyce over wie zij zo ontzettend veel fijne 
herinneringen met mij had gedeeld. En als tweede naam Petursson opdat 
nooit vergeten zou worden dat hij de zoon van Petur was. Misschien ... 
nou ja ... ik vond het een goede keuze. Nee, het is een goede keuze.' 
Ze zuchtte diep. 'En dat andere ... dat is heel persoonlijk. Maar wel 
nodig om het te begrijpen wellicht, denk ik.' Verder ging ze even niet. 
Ze sloot haar ogen en bleef even heel stil zitten. 'Tot mijn zestiende 
ben ik onder direct toezicht geweest van Jeugdzorg. Mijn ouders ken ik 
niet. Ik weet absoluut niet wie het zijn. Ik werd ten vondeling gelegd. 
Gevonden op de stoep van een klooster. Daarna waren het eerst 
kindertehuizen, vervolgens een paar pleeggezinnen maar ... steeds ging 
het mis. Was het weer terug. Weer opnieuw proberen. Nou zal ik ook vast 
niet het meest gemakkelijk kind geweest zijn en dat zeker niet vanaf zo 
elf, twaalf jaar. Ik was moeilijk. Tenminste ... dat werd me steeds 
weer verteld e... ' 

'En dan ga je dat ook geloven,' vulde Max aan. 

'Ja. Je krijgt dat beeld van je dat je voorgehouden wordt. Toen ik
zestien werd, kreeg ik een voogd die het anders aanpakte. Hij liet me 
op mezelf wonen maar wel met het nodige toezicht. Ik kwam dus bij Joyce 
in huis en ... vond het prachtig. Kon het, zoals ik al eerder zei, ook 
uitstekend met haar vinden. Natuurlijk wist ik dat zij rapporteerde aan 
mijn voogd maar ... daar maalde ik niet om. Ik ... ik ... had eindelijk 
het gevoel dat ik leefde. Klinkt dat gek?' 

'Nee,' zei Richard nadat hij een diepe zucht had laten horen. 'Dat voelt
voor mij ook zo. Vanaf het moment dat ik echt bij hen weg ben ... leef 
ik. Mij klinkt het niet gek in de oren.' 

'Wat ik maar wil zeggen, de jeugdzorg is ronduit slecht! Een enorm
verouderd systeem, goede uitzonderingen daargelaten, dat nodig op de 
schop moet. Sinds ik in Canada woon heb ik het daar ook onderzocht en 
het één van de speerpunten in de campagne van mijn man gemaakt want ook 
hier deugt het gewoon niet. Ik voer het woord vaak voor hem als dat 
onderwerp ter sprake komt want ik ... weet ervan. Weet hoe slecht het 
is. Maar ... ik ga niet in details treden. Neem van me aan dat het 
slecht is.' 

Voor Max was het duidelijk dat ze niet wilde uitweiden. Het zou haar
waarschijnlijk te veel pijn doen en hij had aan haar gezicht heel 
duidelijk gezien dat dit al pijn had gedaan. 

'En daarom wilde ik Stanley niet overdragen aan Jeugdzorg. Ik koos
ervoor om het zelf te doen.' 

'Maar uiteindelijk ook niet. Uiteindelijk bracht je hem naar hen!' 

'Ja. Ik heb het geprobeerd. Maar ... ik was ... Het was niet dat ik niet
voor Stanley wilde zorgen. Dat wilde ik best maar ... ik kon het niet. 
Stanley was ... ' Ze viel stil. 

'Moeilijk in de omgang?' gooide Richard een balletje op nadat het
stilzwijgen hem te lang had geduurd. 

'Ja. Hij huilde enorm veel. Ik ging nog naar school. Er was geld. Joyce
had geld nagelaten en er was het huis. Ik nam oppas voor hem maar de 
een na de ander ... gaf de brui eraan. Het leek alsof niemand met hem 
om kon gaan en ... voor mij was dat vaak ook zo. Hij huilde soms hele 
dagen lang totdat hij van vermoeidheid in slaap viel. En dat was het 
niet alleen. Hij ... had geen enkel vast ritme. Ik had gelezen dat 
baby's om de drie of vier uur een fles moeten hebben in het begin. Als 
ze te klein zijn drie en anders vier uur. Stan was te klein in het 
begin. Eerst heeft hij nog een tijdje in het ziekenhuis gelegen maar 
daarna kwam hij thuis. Maar geen ritme. Ik had hem een fles gegeven, 
legde hem na een tijdje weg en nog geen uur later was hij er weer. Dan 
sliep hij twee uur, dan een half uur, dan ... Geen enkel ritme. Hele 
nachten was ik soms wakker omdat hij steeds maar weer huilde. Ik had 
mijn baan opgezegd toen Joyce zo depressief was maar moest wel weer 
werken. Zocht en vond iets en raakte dat ook weer kwijt. Opnieuw 
zoeken. Opnieuw iets vinden. Oppas regelen. Maar 's nachts was ik bij 
hem en kreeg ik mijn rust niet. Ik ...' 

'En dus?' Richard was het zat. Hij wilde antwoorden. Drong aan met die
twee woorden. 

'En dus moest ik iets anders bedenken, Richard! Jeugdzorg zag ik nog
steeds niet zitten. Ik had geïnformeerd. Gesproken met mensen. Maar ... 
kon het, gezien mijn eigen ervaringen, niet over mijn hart verkrijgen 
hem daar naar toe te brengen. Stanley ... was ook heel lief soms maar 
het werd mij te zwaar.' 

'Ik snap het. Je zocht iets anders.' Het klonk kort en bits begreep
Richard en hij verontschuldigde zich voor de klank van zijn woorden. 
'Je bracht hem uiteindelijk naar Metchosin. Maar waarom juist 
daarheen?' 

'Ik had je ... ' 

'Noem hem Shaun, alsjeblieft,' brak Richard heel snel haar zin af
voordat zij het verboden woord zou uitspreken. 

'Ik had Shaun leren kennen bij een onderwijssymposium. Ik zat in het
organisatieteam. Ontmoette hem op een avond een keer in een café. We 
hebben gepraat. Ik heb niets met hem gehad. Geen ... niets intiems. 
Begrijp me goed. Ik herinnerde mij toen dat hij had verteld over zijn 
woonplaats hoe mooi het daar was. Hij had me foto's laten zien van de 
omgeving, van zijn vrouw, van een kind. Van jou ... denk ik. En dus 
ging ik op onderzoek uit.' 

Hij begreep van dat laatste zinnetje helemaal niets en vroeg wat ze in
hemelsnaam bedoelde. 

'Zoals ik het zeg, ik ging dingen onderzoeken. Shaun leek me een goede
vader en hij had het gehad over zijn vrouw. En ze leken me dan wel een 
goede kandidaat maar ik moest het wel zeker weten. Daarom ging ik naar 
Metchosin en deed voorkomen alsof ik een enquête uitvoerde. Met een 
lijstje met vragen ging ik alle huizen in jullie buurt af en ... ' 

Een haast dodelijke vermoeidheid overviel hem ineens. Hij luisterde maar
hoorde absoluut niet wat er gezegd werd. Het leek hem alsof er continue 
toneel gespeeld werd. Met dit verhaal ook weer! Nooit leek iets echt. 
'Stop!' 

Catherine schrok. 

'Het spijt me maar zou je je wellicht kunnen beperken tot de
hoofdpunten. Die zijn belangrijk voor mij.' 

'Oké, maar dan is het misschien beter dat jij mij vragen stelt want dan
kan ik gericht antwoord geven.' 

'Wat deed je besluiten Stanley af te geven bij hen.' 

'Bij alle vragen die ik stelde, deed ik ook alsof ik al bij jullie aan
de deur geweest was maar niemand thuis had getroffen. Ik vroeg 
buurtbewoners naar jullie en kreeg te horen dat er daar een keurig 
gezin woonde. Hij en zij altijd druk bezig met werk en dingen voor de 
gemeenschap en een goed opgevoed kind dat ook al druk bezig was met 
karweitjes voor buren die het zelf niet konden.' Ze stopte. 'Is het 
duidelijk voor jou, want anders moet je het me zeggen.' 

Een antwoord formuleren kon hij niet. Hij zocht in zijn hoofd naar
woorden, maakte gebaren met zijn armen maar er kwam niets over zijn 
lippen. Moedeloos schudde hij zijn hoofd, stond op en liep weg van de 
picknicktafel. 

'Heb ik iets verkeerd gezegd? Verkeerd gedaan?' vroeg Catherine aan Max.


'Ik kan je niets kwalijk nemen, verzuchtte Max. 'Denk ik,' zo voegde hij
er voorzichtigheidshalve toch aan toe. 'Maar je hebt je in de luren 
laten leggen. Ja, Shaun en Mary stonden goed aangeschreven maar ... het 
was allemaal schijn. Uiterlijk vertoon.' Terwijl hij deze woorden 
sprak, volgde hij met zijn ogen Richard en zag dat deze bij een boom op 
de grond ging zitten met zijn rug tegen de stam. Hij wist dat hij even 
niets voor hem kon doen. Hij zou haar alles uitleggen en hij begon er 
meteen mee. 

Catherine luisterde en onderbrak Max niet één keer. Uit dat wat ze
hoorde begreep ze al snel dat de jeugd van Richard en Stanley minstens 
zo beroerd was geweest als die van haar zelf. Nee ... vergelijkingen 
hoefde ze niet te trekken. Ze voelde zich enorm schuldig dat ze Stanley 
naar Shaun en Mary had gebracht. Maar ... een andere ... een betere 
keuze had ze niet gehad. Niet op dat moment. 

'En dat is zo'n beetje het verhaal van Richard en Stan,' besloot Max
zijn monoloog. Hij wist dat Richard, hoewel hij op enige afstand van 
hen zat, alles gehoord had. Bewust ook had hij het volume van zijn stem 
niet verlaagd toen hij Catherine alles uit de doeken deed. 'Heb je nog 
iets toe te voegen, Richard?' vroeg hij. 

Alles had hij meegekregen. En hij was enorm blij dat Max het op zich
genomen had om het te vertellen. Hij wilde het niet meer. Het erover 
praten met degenen die hem ondersteunden was genoeg. Meer wilde hij 
niet. 'Ik wil alleen nog een toelichting.' 

'Ik wou dat ik destijds een ander besluit had kunnen nemen maar ... dat
zag ik toen niet. Het spijt me echt heel erg.' 

'Niet nodig. Maar DNA-onderzoek heeft uitgewezen dat Stan niet zijn zoon
is. Waarom dan dat toneelspel?' 

'Van Shaun heb ik begrepen dat hij vaker vreemd was gegaan. Eigenlijk al
vanaf het begin van zijn relatie met Mary.' Ze zuchtte. Het bleef een 
rotverhaal. Hoe ze het ook bracht. 'Hij wilde geld. Geld voor de 
opvoeding van Stan. Hij had geld nodig, zat in de problemen, zo 
vertelde hij mij. En ... zo ... zo maakten we dat verhaal. Ook ... om 
het geloofwaardiger te maken. Als er tussen hem, mij en Stan geen 
relatie zou zijn, zou het helemaal vreemd geweest zijn dat ik hem bij 
jullie bracht.' Catherine stond op en liep naar de boom waar Richard 
zat. 'Het spijt me echt heel erg. Nogmaals ... ik wou ... ' 

'Je hoeft geen spijt te hebben. Niet nodig. Jij hebt een keuze gemaakt
die op dat moment jou het beste leek. Ik denk ... nou ja ... soms moet 
je gewoon een keuze maken. En ... eigenlijk kan ik alleen maar heel erg 
blij zijn dat je Stan naar Metchosin hebt gebracht.' 

Max wist was er ging komen en richtte daarom zijn blik heel duidelijk op
Catherine. Hij wilde weten hoe het op haar zou overkomen. 

'Ik snap het niet,' zei ze. 

'Als je Stan niet had gebracht dan ... ' 

Opnieuw luisterde ze. Dat wat Richard haar vertelde bezorgde haar
kippenvel. Het was gruwelijk maar tegelijkertijd ... zo mooi ... zo 
ontroerend. Er kwamen toch weer tranen. 'Wauw,' bracht ze na het 
verhaal van Richard uit. 'Het is heel erg mooi hoe je dat hebt 
verwoord, Richard. Ik wou ... wou dat ik zo in het leven kon staan. Ik 
kan nog steeds niet inzien waar die verrotte start van mijn leven goed 
voor geweest is. Zoek er nog steeds naar soms maar weet ook dat ik het 
los moet laten. Bewust los moet laten want anders maakt het mij gek en 
dat wil ik niet. Kan ik niet. Ik heb een man en kinderen voor wie ik er 
moet zijn nu en ... nou ja ... dat zul je begrijpen zo heb ik het 
idee.' 

'Ja. Nog één ding. Hoe vaak ben je van naam gewisseld en waarom heb je
zoveel moeite gedaan om je sporen te uit te wissen.' 

'Vanwege Shaun. Hij had geld gekregen voor de opvoeding van Stan. Maar
... al na een week of zo zocht hij weer contact met mij. Hij had een 
telefoonnummer. Moest meer geld.' 

'Chanteerde hij je?' 

'Ja. Hij zou het allemaal openbaar maken, zo dreigde hij. En toen ...
nam ik de kuierlatten. Ik was bang. Ik had iets gedaan dat niet goed 
was. Ik moest weg. Gooide mijn telefoon van een hoge rots, veranderde 
mijn naam en verdween. Hoe vaak ik van naam ben veranderd in de jaren 
daarna? Ik weet het niet. Ik heette toen Katheryn Webster. Een naam die 
me niets zei, nog steeds niet. Gekregen van de nonnen die mij vonden. 
Geen naamkaartje erbij gelegd door mijn ouders die mij niet wilden. Het 
lijkt een verband te zijn tussen jou, Stan en mij. Die nonnen, ze 
bedoelden het waarschijnlijk goed, verzonnen iets. Katheryn vonden ze 
leuk waarschijnlijk en Webster kozen ze, ze heb ik te horen gekregen, 
omdat een spin een web vlak in de buurt van mij had geweven. Ik heb 
gereisd. Heel wat jaren. Veranderde af en toe van naam. Webley, Weber, 
Weaverly, Wever, Tisseur, ach ... wat doet het er toe. Soms vraag ik me 
af wie ik ben ... en een antwoord krijg ik niet.' 

Richard bleef stil. Hij voelde medeleven met haar. Het moest erg zijn om
niet te weten wie je was. Hij stond op. 

'Is er iets ... het maakt niet uit wat ik voor jou, voor Stan, voor
jullie kan doen?' 

'We zijn gekomen voor antwoorden,' zei Richard, 'en die hebben we
gekregen. Meer is niet nodig.' 

'Ondersteuning? Financieel wellicht?' 

'Nee, dank je wel. We zijn uitstekend opgevangen en ... nou ja ... als
je iets wilt doen, dan regel je dat maar met Max. Mogelijk kan de 
Stichting die op dit moment voor ons zorgt het geld goed gebruiken maar 
... regel dat alsjeblieft met Max of anderen van de Stichting. Heb je 
wellicht foto's of iets dergelijks van Joyce en Petur?' 

'Ja. Dat heb ik.' Catherine liep naar haar grote tas en haalde daar een
fotoboek uit. 'Hierin heb ik al die jaren mijn herinneringen aan Joyce 
en Petur bewaard. Er zit van alles in van hen beiden. Wil je hem aan 
Stanley geven? Gaat het goed met hem? Alsjeblieft, ik wil het heel 
graag weten.' 

'Ja. Het gaat goed met hem. Ik ... hij ... het gaat heel goed met hem.
Hij is heel vrolijk, blij en gelukkig sinds we door Max en zijn vrouw 
zijn opgevangen. Ze hebben ons werkelijk heel erg goed geholpen.' 

'Dat is heel fijn. Dank je, Max. Euh ... hebben jullie misschien een
foto van hem bij je?' 

Richard haalde zijn tablet uit de rugzak en liet Catherine een foto
zien. Ze was duidelijk ontroerd en zei daarna dat hij op Petur leek. 
Heel veel op zijn vader leek. 

'En als er iets is dat ik kan doen,' zo voegde ze eraan toe, 'dan wil ik
dat graag horen. Jullie hebben mijn telefoonnummer en ik dat van 
jullie. En ... sowieso neem ik nog contact met je op, Max, want ... er 
zijn nog bezittingen van Joyce die overgedragen moeten worden aan 
Stanley. Er is geld en er is het huis. Ik ben die zaken al die tijd 
blijven beheren en wil het graag overdragen. Het is geen ondersteuning 
van mijn kant, Richard, begrijp het goed. Het is van Stan en niet van 
mij.' 

'Hoe had je het anders gedaan?' 

'Ik zou gewacht hebben tot Stan achttien zou zijn geworden en dan alles
officieel aan hem hebben overgedragen. Niet aan Shaun. Rechtstreeks aan 
Stan zodat hij erover zou kunnen beschikken omdat het van hem is en van 
niemand anders. Maar nu kan het net zo goed aan jou of aan Max 
overgedragen worden tijdelijk, neem ik aan. Laat het mij alsjeblieft 
weten hoe jullie het geregeld willen hebben.' 

Ze liepen terug naar de parkeerplaats en namen daar afscheid van elkaar
maar niet nadat Richard nog een laatste vraag had gesteld. 'Mag ik een 
foto maken van jou?' 

Enigszins geschrokken vroeg Catherine naar het waarom. 

'Om achter in dit album te plakken. Dan kan Stan zien wie ervoor gezorgd
heeft dat de herinnering aan zijn moeder en vader levend is gebleven.' 

Tot de volgende keer... 

Reacties zijn van harte welkom op de site waar dit verhaal legaal
geplaatst is maar ook via mijn e-mailadres: lucky_eye2@yahoo.co.uk 

©Lucky Eye, juni 2017 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd
en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, 
microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande 
schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.





Dit is deel 30 van totaal 32 delen.
toon alle delen


Auteurs waarderen reacties!
Vergeet niet te stemmen, en schrijf de auteurs om te vertellen wat je al dan niet leuk vond aan het verhaal!
Lucky Eye heeft 90 verhalen op deze site.
Profiel voor Lucky Eye, incl. alle verhalen
Email: lucky_eye2@yahoo.co.uk
Geef je mening over dit deel:
(Je kan voor elk deel afzonderlijk stemmen)
 
Typ beneden tekst in voor een snelle, anonieme reactie aan de auteur
De auteur zal dit dan in zijn/haar email ontvangen.

Stuur dit bericht:

Anoniem (geen afzender, auteur kan niet reageren!)
(Voer een email adres in als "chat email" in de instellingen, en het zal hier verschijnen)
met dit email adres als afzender:

verhalen in "overige"   |   alle verhalen van "Lucky Eye"  



Sex dating | Hete Livecams (NL) | Erotic Gay Stories




(c) Copyright, 2001-2024 ErotischeVerhalen.com   email webmaster Art voor ondersteuning
Powered by StoryEngine v1.01