Klik hier voor het ErotischeVerhalen.com hoofd menu

hoofd menu   |   lesbian categorieën   |   auteurs   |   top verhalen   |   nieuwe verhalen   |   zoek   |   links   |   instellingen   |   opties voor auteurs
Lekkere meiden zitten achter de webcam op je te wachten! Klik hier!


Het begon met Halloween (vm:science-fiction/fantasie, 5354 words) [1/2] Toon alle delen
Auteur: Toegevoegd: Apr 10 2002 Kijkers/Lezers: 7266/4803 [66%] Waardering (deel): 9.00 (1 stem)
Een volle maan in een heldere hemel, een paar flarden mist. Een mysterieuze man belt aan bij een aantrekkelijke, jonge vrouw. Hij neemt haar mee. Deel 1 van 2.



Klik hier voor de eerste 75 regels van het verhaal

hun sergeant roept onherkenbare bevelen en hun helmen schieten vonken 
in de ondergaande zon. Een metalen hek ratelt. Ganzen gakken, een paard 
hinnikt en opgeschoten jongens roepen naar elkaar. Een dikke man met 
een verschoten koksmuts op zwaait met een houten lepel, drie jongens 
vliegen weg en lachen hard terwijl de buit achter hun kiezen verdwijnt. 
Een smid laat zijn hamer met klinkende dreunen op een stuk ijzer 
landen, tumult aan de andere kant van het plein als drie dames met 
lange gewaden op hun paarden proberen te klimmen. Temidden van het 
rumoer leid ik je over het plein naar het centrale gebouw. 

Het duurt even voordat we daar zijn. Allerlei lieden houden ons op, ze
buigen en schudden handen. Hoeden en petten zwieren met een boog in de 
lucht. Eindelijk zijn we bij de houten poort. De wacht laat ons binnen 
en de stilte daalt neer. 

De gang is lang en donker. Spaarzame lampen lichten spookachtig op. Je
houdt mijn arm vast en ik voel de spanning in je lijf. Ik sla een arm 
om je schouders en trek je stevig tegen me aan. Holle voetstappen en 
lange schaduwen doen denken aan een horrorfilm. Je verwacht elk moment 
dat een schaduw tot leven komt en ons zal bespringen. 

Plots blijf ik staan, duw tegen een deur en we stappen een ruime kamer
binnen. Warm, door een fel brandend haardvuur. Twee honden liggen 
ervoor en kijken ons loom aan. De muren zijn bedekt met ouderwetse 
tapijten. Afbeeldingen van oorlog, jagende edelmannen en rennende 
herten. De vloer is bedekt met kleden. Een grote stenen tafel met een 
tiental stoelen staat vlak bij het enige raam. Twee comfortabele 
leunstoelen staan naast de haard en tegen de muur een tafeltje met 
flessen en glazen. Ik laat je plaatsnemen in een stoel. Zelf plof ik in 
de andere en de honden snuffelen even. Dan steek ik de brand in een 
sigaar en kijk je aan. 

... 

Mijn ogen vangen je blik; rustig, warm, onderzoekend. Onder die blik sla
ik mijn ogen neer. Wat verwacht je van me? Net, op het plein, en 
terwijl we de kasteelgangen doorliepen voelde ik me onwennig. Klein, in 
een vreemde omgeving. Maar hier, bij jou, in deze kamer is dat gevoel 
weg. Ik ontspan me. Het licht van het vuur weerkaatst op de muren, het 
flakkert, verlicht je gezicht. Een glimlach speelt om je lippen, 
terwijl je in de vlammen staart. Zie je er altijd zo uit als nu? Zo 
rustig? Betrouwbaar? Je kijkt me aan, lacht, vraagt hoe ik het hier 
vind. Je staat op en schenkt iets voor jezelf en mij in, uit één van de 
flessen op het tafeltje tegen de muur. Wat het is weet ik niet, maar 
het smaakt sterk, en verwarmt me. Als ik mijn glas leeg heb gedronken, 
pak je mijn hand en trek je me tegen je aan. Met jouw armen op mijn rug 
en mijn armen om je hals kussen we elkaar. Mijn vingers verdwijnen 
tussen je mooie donkere haren en glijden over je schouders als onze 
tongen elkaar raken. Ik voel je vingers op mijn rug, de warmte van jouw 
been tegen de mijne. Dan laat je me los, kijk je me aan en vraagt of ik 
met je meega. Natuurlijk ga ik met je mee! Ik knik. Een vrouw, 
waarschijnlijk één van je dienstmeiden, gaat ons voor de gang in. Haar 
lange rokken ruisen bij elke stap, en kaarsen flakkeren als we voorbij 
lopen. Je slaat je arm om mijn schouder en ik voel hoe de warmte van je 
lichaam nu ook mij verwarmt. We lopen door een aantal gangen. Er is 
weinig licht en er is bijna niemand te zien. De ruimtes waar we 
langslopen zijn meestal leeg, maar in sommige wordt gepraat en gewerkt. 
Daar wordt gelachen, gefluisterd, geschreeuwd of gescholden. Weer hoor 
ik luid gepraat. Vrouwengelach. Ik verwacht weer langs een kamer te 
zullen lopen waar dat geluid vandaan komt, maar nee, de vrouw gaat de 
ruimte binnen. Wij volgen. Stemmen verstommen, we worden begroet en 
iedereen hervat stil het werk. 

Ik vraag me af waar we zijn. Grote vuren en vele kaarsen verlichten de
ruimte, ik zie vrouwen lopen met manden, stoom komt uit de ketels die 
boven het vuur hangen. Het is benauwd hier, maar daar schijnen de 
vrouwen geen last van te hebben. Die beginnen weer te praten en lachen 
en letten niet meer op ons. De vrouw die ons voorging in de gangen 
roept om een hulp en vraagt me of ik met haar mee wil gaan. Ik kijk je 
vragend aan, maar je lacht en knikt en geeft me een zacht duwtje. 
Vertwijfeld loop ik met de vrouwen mee. Wat is dit? Waar ga ik heen? 
Waar ga jij heen? Laat je me alleen? Wanneer zie ik je weer? 

We komen in een ruimte die grenst aan de vorige. Er staat een stoel, een
hoge kast en een bankje. Naast de kast een spiegel. Op het bankje ligt 
een stapel doeken. De vrouw zegt me geen zorgen te maken en vraagt of 
ik me wil uitkleden. Allerlei gedachten vliegen door mijn hoofd. 
Lucifer, wat ben je allemaal met me van plan? Verbaasd gehoorzaam ik. 
Mijn blouse en rok trek ik uit. De twee vrouwen nemen ze van me over. 
Mijn laarzen gaan uit. Mijn topje. En dan mijn lingerie. Wat voor mij 
zo vreemd lijkt, schijnt voor de vrouwen heel normaal te zijn. Onwennig 
sta ik naakt in een onbekende ruimte, naast twee onbekende vrouwen die 
beiden een arm van me nemen. Ze leiden me tussen hen in naar weer een 
andere ruimte. Onderweg vertellen ze me dat ik een bad ga nemen. Nu 
begin ik te begrijpen. Het bad zal me ontspannen, vertellen ze. Ze 
zullen in de buurt blijven en ik kan hen roepen als ik iets nodig heb. 
Ik knik en knik en antwoord op hun vragen, maar ondertussen bedenk ik 
me dat ik het eigenlijk helemaal niet wil. Ik wil bij jou zijn! Bij 
jou, en niet hier bij vreemden, in een vreemd huis, alleen. Waar ben 
je? Ik vraag het de vrouwen. Ik moet me daar niet druk om maken, zeggen 
ze, ik moet genieten. 

De ruimte waar we binnenkomen is klein en in de lengte langer dan in de
breedte. Alweer een groot vuur brandt in het midden van de smalle muur 
tegenover de ingang. De muren zijn voorzien van prachtige 
muurschilderingen, die overlopen tot op het hoge plafond. In het midden 
van de ruimte ligt, deels verzonken in de vloer, een groot bad. Damp 
stijgt op vanuit het water, dat oranje lijkt in het licht van het vuur. 
Het vertrek is verder vrijwel leeg. Er staat slechts een grote korf met 
hout naast de haard en twee grote banken voor beide zijmuren. 

Ik word gemaand het water in te gaan, en voorzichtig stap ik het bad in.
Het water is heet, ik moet even wennen aan de temperatuur, maar dan 
laat ik me langzaam zakken. Het water omsluit mijn lichaam, voelt 
behaaglijk. Wanneer ik antwoord op hun vraag, dat alles naar wens is, 
verdwijnen de vrouwen uit de ruimte. Ik ben alleen. Ik laat me verder 
zakken en leun met mijn hoofd op de rand van het bad. Ik sluit mijn 
ogen en vraag af waar je bent, iets wat ik me sinds onze scheiding 
constant heb afgevraagd. Waarom laat je me alleen? Ben je druk? Wanneer 
zie ik je weer? Wat doe ik hier? Het beangstigt me. Zoveel vragen, en 
geen antwoord. 

Dan voel ik twee handen om mijn gezicht, lippen op mijn voorhoofd. Ik
draai me verschrikt om. En daar ben je. Jij! Waar was je? Ik weet het 
niet, maar hier ben je. Naakt, op een doek na, die op je heupen hangt. 
Je vraagt me weer om te draaien, wat naar voren te schuiven en je stapt 
achter me het water in. De doek heb je afgedaan en ligt nu op de grond 
naast het bad. Je lacht als je me vastpakt en me tegen je aantrekt. Ik 
lach ook, draai mijn hoofd naar je toe, we zoenen. 

Ik voel je lippen op de mijne, je tong in mijn mond. Heviger zoenen we,
ruwer, wilder. Onze tongen kronkelen wild om elkaar,  ik leg mijn hand 
in je nek en trek je lippen nog steviger op de mijne. Vuur laait op, ik 
voel de spanning tussen jou en mij. Je streelt mijn buik, en ik voel 
hoe hard je wordt. Ik draai me om, streel je schouders en borst. Ik kus 
je hals, je lippen, je nek, lik zacht aan je oorlel. Je vingers glijden 
over mijn rug, mijn schouders. Ik wil dat ze verder gaan. Ik wil je 
vingers over mijn heupen, over mijn billen en verder. Ik wil dat je me 
laat hijgen, schreeuwen, kreunen. En ik wil je voelen. Ik kus je 
schouders en je tepels. Zak langzaam af naar beneden en verdwijn even 
met mijn hoofd onder water voor een lik over je harde eikel. Dan vraag 
ik je op de rand van het bad te gaan zitten. Terwijl je naar achteren 
leunt, op je armen, trek ik je benen uit elkaar en begin je te pijpen. 
Ik zuig je en proef je, hoor je kreunen. Dan duw je me naar achteren, 
komt het bad weer in. Even laten we ons samen diep in het hete water 
zakken. Je gaat weer zitten en trekt me weer tegen je aan, zoals toen 
je net het bad instapte. Je streelt mijn borsten, streelt en knijpt in 
mijn tepels en alleen al daarvan word ik gloeiend heet. Je andere hand 
glijdt naar beneden tussen mijn benen. Je vingert me, kneed mijn 
schaamlippen. Ik voel hoe je in en uit me gaat, ik voel je vingers op 
mijn tepels en ik wil meer! Ik draai me om, pak je penis vast en laat 
me langzaam om je heen zakken. We neuken. In en uit, op en neer, het 
water golft door onze bewegingen. Ik voel je in me glijden. Dan duw je 
me van me van je af, pakt mijn hand en trekt me mee, het bad uit, naar 
één van de banken. De bank is zacht, ik ga liggen met jou boven me. Je 
neemt me op de oermanier. Je stoot diep in me en om je extra goed te 
kunnen voelen leg ik mijn benen in je nek. Je stoot en kreunt en ik 
kreun en hijg en je stoot en ik voel je en ik hoor je hijgen, sneller, 
ik hoor je kreunen, kreunen en ik hoor mezelf kreunen en ik hoor niets 
en zie niets en ik kom, jij komt, ik kom! Mijn spieren spannen zich, 
knijpen om je pik terwijl jij al je zaad in me spuit... 

... 

Moe liggen we op de stenen bank. Het bonken van onze harten vermindert.
Langzaam kus ik je voorhoofd, je hals en borst. Je omarmt me, fluistert 
dat je het lekker vond. Ik glimlach en streel je borsten. Dan sta ik 
op. "Tot straks." Met lange passen verdwijn ik door de deuropening. Je 
blijft verwondert achter. Onzeker ook. Ik grinnik zachtjes voor me uit 
terwijl ik me snel in een mantel hul en verdwijn naar mijn vertrekken. 
De twee vrouwen verschijnen weer voor je. Ze stoppen je weer in bad en 
sponzen je af. Een beetje loom laat je de twee begaan. Hun handen 
houden grote sponzen vast en strelen je lichaam. Met verbazing besef je 
dat je het heel aangenaam vindt, zelfs opwindend. Je voelt hoe je 
tepels harder worden en je sluit je ogen. 

Langzaam strelen ze je lichaam. Je rug, je borst. Je buik en benen. Loom
geniet je. Dan stoppen ze en je opent je ogen. Ze kijken je aan, een 
vraag in hun blik die je zonder woorden begrijpt. Je houdt je armen en 
benen wijd en sluit je ogen. Hun handen strelen weer, nu trager, 
verleidelijker. Over je borsten, je tepels. Een hand verdwijnt tussen 
je dijen en met een zucht voel je vingers, strelend over je plukje 
schaamhaar. Je bent verbaasd dat je het toelaat, dat je het lekker en 
opwindend vindt om door twee dienstmeiden gestreeld te worden. Je denkt 
aan mijn handen, aan mijn lippen. Je voelt hun vingers, zachtjes en 
teder strelend. Je droomt dat het de mijne zijn. 

De twee vrouwen gaan rustig door. Ze strelen je, masseren en wrijven en
kneden en plots grijpt een hand een tepel, knijpt even en je kreunt. 
Dan een paar lippen op je borst. Languit in het warme water geniet je 
van hun bewegingen. Je voelt hoe een vinger diep in je komt. Zacht 
kreunen doet die vinger sneller bewegen. Twee paar lippen kussen je 
tepels, twee paar handen strelen je. Je geeft je over. Twee vingers 
diep in je, twee paar lippen op je tepels. De opwinding doet je 
vergeten dat je in een vreemd huis ligt, dat je verwend wordt door twee 
onbekende vrouwen. Ze strelen, likken, knijpen in je tepels. Ze likken 
je klitje, steken vingers in je en je hijgt harder. De vingers bewegen 
sneller, je kreunt harder. Sneller en harder totdat je plotseling een 
vinger op je anus voelt. Je kermt maar verzet je niet. De vinger gaat 
langzaam naar binnen. Traag beweeg je je heupen mee op het ritme van de 
handen. Dan voel je een orgasme komen. "Harder", kerm je en de vingers 
gehoorzamen. Met een schreeuw kom je klaar. 

Als in een roes nemen de vrouwen je mee naar een andere kamer. Zachte
handdoeken drogen je af. De twee vrouwen pakken kleding uit de grote 
kast en kleden je aan. Je laat ze begaan, niet in staat tegen te 
sputteren. Zijden lingerie, zacht en koel op je lichaam. Een 
donkerblauwe jurk, ook van zijde en koel op je blote armen. Een paar 
hoge schoentjes. Een van de vrouwen duwt je op het bankje, pakt een 
borstel en houdt je hoofd vast. Je gedachten dwalen af. Naar mij, waar 
ik ben en wat ik allemaal van plan ben. Je wordt rood als je bedenkt 
dat je zojuist door twee onbekende vrouwen naar een heerlijk hoogtepunt 
gestreeld bent. En dat terwijl je altijd dacht dat je dat nooit zou 
doen. 

Een andere vrouw stapt de ruimte in. Ze is klein en oud, gerimpeld en
haar grijze haar zit in een streng knotje op haar hoofd. Haar dunne 
lippen zijn op elkaar geperst en afkeurend kijkt ze naar je. Dan klapt 
ze in haar handen en de twee dienstmeiden verdwijnen. De oude vrouw 
pakt een doosje uit haar gewaad en klikt het open. Ze haalt er een 
gouden ketting uit en legt die om je hals. Het voelt koud aan. Dan twee 
oorhangers, lang en dun gesmeed. Ze hebben zachte klemmen, in plaats 
van pinnetjes. De oude vrouw klemt de hangers aan je oren. Onwennig 
kijk je in de spiegel. Je ziet de vrouw achter je glimlachen. "Dat is 
beter." Een krassende stem, maar vol kracht en levenslust. "En nu, 
meisje, meekomen. Je mag de heer niet laten wachten." Ze loopt voor je 
uit, met stevige pas. Je hebt moeite om haar bij te houden, met je 
voeten onwennig in de hoge schoentjes en ruisend gewaad. Je vraagt je 
af wat er nu gaat gebeuren. Je denkt even terug aan het warme bad. Je 
voelt je wangen gloeien. Je hebt al die tijd nog geen angst gevoeld, 
geen vrees. Alleen verbazing, verwondering. Genot. 

De wandeling door het kasteel lijkt uren te duren, trappen op en af,
lange donkere gangen die spaarzaam verlicht zijn door grote toortsen. 
Spookachtige schaduwen flakkeren op de maat van wind. Het is koel, net 
niet koud in de gangen. De oude vrouw loopt stevig door, met zekere pas 
op weg naar mij. Hoop je, denk je. Je beseft dat de trappen langer naar 
beneden gaan, minder omhoog. Je vraagt je af waar je bent, waar ik ben, 
waar je naar toe geleid wordt. Vragen, vragen, en geen antwoorden. 

Dan, onverwacht, staat de oude vrouw stil. Een grote houten deur met
koperen beslag. Ze klopt en opent hem. Met een knik van haar hoofd 
stuurt ze je naar binnen. Je stapt langs haar in het donker. De deur 
slaat dreunend dicht en je staat alleen in het duister. Plotseling voel 
je angst. Het kruipt je lichaam binnen, nestelt zich in je buik en 
steekt lange tentakels uit naar je hart en hoofd. Je rilt even en voelt 
kilte langs je lichaam strijken. Voorzichtig doe je een stap vooruit. 
Je wacht totdat je ogen gewend zijn aan de donkere ruimte. Weer een 
stapje vooruit. Je ziet nog niets, voelt alleen de kille tocht langs je 
blote benen strijken. Je voelt hoe de angst door je lijf giert. Je 
hoort je hart kloppen als een razende. Je raakt in paniek. Je denkt dat 
je al uren zo staat, dat ik weg ben, dat je nu verloren bent, dat alles 
fout zit. Je voelt de vrees en je rilt en slaat je armen om je heen. 

Weg, denk je. Ik moet hier weg. Je draait je om en stapt naar de deur.
Handen strak vooruitgestoken om de deur te voelen. Niets. Alleen koude 
steen. Een stap naar links, steen. Twee naar rechts. De muur. De paniek 
omarmt je, knijpt je keel dicht en laat je knieën knikken. Je wenst mij 
te zien, mijn armen om je heen en mijn zachte stem om je gerust te 
stellen. Maar je hoort niets. Alleen het bonzen van je hart. Het 
kloppen van je bloed in de aderen. Het suizen in je oren. 

Dan een voetstap. Met een ruk draai je om en probeert door het duister
heen te turen. In een opwelling vraag je wie er is. Als antwoord weer 
een stap. Hol en dreigend. Spookbeelden van monsters en gedrochten 
schieten door je hoofd. Je beseft dat de oude vrouw je heeft misleid. 
Je een ruimte ingestuurd heeft waar trollen en draken wachten op een 
lekker hapje. Weer een stap. Je deinst achteruit tegen de muur, angst 
en paniek en vrees schieten door je lichaam en jij knijpt je ogen 
dicht. 

Nog twee stappen. Een zachte stem. Mijn stem. "Wees niet bang, hier
overkomt je niets." Je opent je ogen en kijkt in mijn richting. Een 
vaag lichtje, kilometers ver weg. Een rode gloed omhult een lange 
gestalte. Je schrikt en perst jezelf dichter tegen de muur, je probeert 
in de muur te verdwijnen. Dan stap ik tegen je aan en pak je stevig 
beet. Eerst schrik je nog, maakt je hart een sprongetje maar dan sla je 
de armen om me heen en je houdt me stevig vast. Je voelt mijn gewaad. 
Zachte stof en koel tussen je vingers. Een zucht van verlichting 
ontsnapt aan je lippen. 

Ik laat je los, duw je achteruit en klap in mijn handen. Langzaam
gloeien lichtjes op. Hoog boven ons, gigantische kroonluchters die aan 
oneindige draden hangen. Je kijkt omhoog en ziet geen plafond. Het 
wordt lichter, maar behalve de muur waartegen je leunt, is alleen een 
vloer zichtbaar. Geen andere muren. Een lange rij kroonluchters banen 
een smal pad van licht in het duister. Ik pak je hand en je loopt naast 
me met me mee. 

"Niet bang zijn, dit is het voorportaal van mijn huis. Je bent veilig,
beschermd." "Ik was bang." "Ik weet het. Het spijt me als ik je schrik 
heb bezorgd, maar nu is alles goed." "Ja," fluister je, "nu is alles 
goed." En het voelt goed. Een beetje verbaasd besef je dat je angst is 
verdwenen. De knopen in je maag lossen zich op en maken plaats voor een 
kriebel. Avontuur. Verwachting. 

We lopen in het licht. Je gluurt achter je en de muur is verdwenen. De
rij kroonluchters vervaagt achter ons, brandt op voor ons. Je bent niet 
bang, ik voel dat. Maar je voelt je ongemakkelijk. Je weet niet waar je 
bent, hoe je er gekomen bent en of je ooit weer terug kan naar het 
rumoerige plein voor het kasteel. Maar ergens geeft het niet als dat 
niet meer gaat. Ik ben bij je, zal je beschermen en verwarmen. 

Het lijkt uren te duren. Zwijgend loop ik naast je, zwijgend loop je
mee. Hand in hand. Een stevige pas, maar niet gehaast. Naast de holle 
voetstappen klinkt geen geluid. Spookachtige schaduwen dansen met ons 
mee. Dan, vaag voor ons, doemt een muur op. Grote grijze stenen. Dan 
een deur. Weer klap ik in mijn handen en de lichten doven uit. 
Duisternis omringt ons en even voel je weer die knoop van angst. Maar 
dan zwaait de deur open. Licht valt naar binnen en gehaast stap je in 
een gang. Smal, we moeten achter elkaar lopen. 

Deuren van metaal, zwart en dof en dreigend. Geen geluiden behalve de
voetstappen. Toortsen werpen schaduwen. Je voelt geen angst, maar toch 
ben je niet gerust. Een snelle blik achter je en ik glimlach, werp je 
een kushand toe en je lacht even, ik ben er nog. Dan stop ik. Je draait 
je om en kijkt naar een deur. Deze ziet er niet anders uit dan de 
andere die we al gepasseerd zijn. Ik duw de deur open en stap naar 
binnen. 

Een schok. Je weet eigenlijk niet wat je verwacht had, maar dit niet.
Een restaurant. Ouderwets, als in een verhaal van Dickens. 
Kroonluchters, bewerkt plafond. Houten vloer en tientallen tafeltjes. 
Mensen die lachen, eten, praten en plezier maken. Heren, gekleed in 
smoking of gala uniform. Dames in lange gewaden. Obers in witte broeken 
en rode jassen schieten tussen de tafels door, balanceren dienbladen op 
een hand en in een hoek speelt een strijkorkestje. Ik bied je een arm 
en leid je naar een tafeltje. Drie obers schieten toe en schuiven 
stoelen aan, dekken de tafel met haastig gemak. Je krijgt een kaart 
voor je neus, geschreven in een onbekende taal. Ik knik naar een rode 
jas, bestel wijn en eten. De kaarten verdwijnen, de obers vliegen. We 
kijken naar elkaar. 

"Je ziet er prachtig uit. Een echte grande dame." "Dank je. Jij mag er
ook wezen, een echte smoking?" Ik knik. Je kijkt om je heen en laat je 
overdonderen door de omgeving. Ik zie dat je vragen hebt, maar voor we 
kunnen praten, verschijnt een ober met fles en glazen. We toosten, 
drinken en dan kijk je weer naar mij. Ik glimlach en zet het glas neer. 
"Dit is niet wat je verwachtte. Maar je hebt honger. Dus gaan eerst we 
eten. En daarna, zul je wel zien." 

De obers brengen schalen vol. Ze scheppen op en bedienen ons. Een pasta
van zacht geel met een witte saus. Een stuk vlees van donkerbruin met 
een rode saus. Een schepje groente, een paar kleine ronde 
aardappeltjes. Warme en heerlijke geuren stijgen op. Met een 'smakelijk 
eten, heer, dame' verdwijnt de laatste ober. Het enige geluid is het 
rinkelen van het zilveren bestek, het getik van vorken op de borden. 
Met een verrukte blik op je gezicht en twinkelende ogen geniet je van 
het diner. Een ober vult de glazen, schikt een schotel en verdwijnt 
weer. Twee lege borden. Een lege fles en ik leun achterover. "Toetje?" 
Je knikt, ijs wil je hebben, zacht en romig en net zoveel als je nog 
opkan. Voor mij een Irish-Coffee. Heet en dampend. Dan koffie, met een 
likeurtje en een dikke sigaar voor mij. 

Ik leid je weer naar een deur. Je loopt langzaam en kijkt om je heen.
Mensen eten, lachen, praten en genieten van volle borden en glazen. 
Rumoer en zachte muziek. Je legt je hoofd tegen mijn schouder en gearmd 
lopen we naar buiten. Een hal, met een ouderwetse garderobe en de man 
achter de balie reikt een lange mantel aan. Ik leg die om je schouders. 
Een tweede mantel voor mij en dan stappen we de buitenlucht in. 

Je adem komt in wolkjes naar buiten. Het is koud en donker, de maan
werpt een zacht licht over een plein met cafés en restaurantjes. Grote 
auto's rijden af en aan, brengen en halen andere gasten. Een limousine 
stopt voor ons en we stappen in. Zacht leer en stilte. We rijden 
geruisloos weg. Snel laat de auto de straten achter zich. We rijden het 
stadje uit en glijden over een kronkelige weg. Je bemerkt plots dat we 
langs een kust rijden. Zwak maanlicht laat rollende golven zien. Na een 
paar minuten draait de auto een laan in en stopt voor een huis. 

We stappen uit en ik geef je even de gelegenheid het gebouw te bekijken.
Het is een lage villa, twee verdiepingen. Een groot bordes met een 
brede deur en kleine ramen. Het maanlicht laat donkere stenen zien, een 
dak dat bestaat uit grijze pannen. De deur zwaait open en een man 
verschijnt in de opening. Het licht achter hem doet hem een spookachtig 
lijken, maar als we naar hem toe lopen blijkt het een heel gewone man 
te zijn, gekleed als een butler uit een voorbije eeuw. Hij gaat ons 
voor naar de achterkant van het huis. Hand in hand lopen we achter hem 
aan. Ik hou stil bij een eikenhouten deur. Snel stap ik naar binnen. Je 
ziet een groot bureau. Twee stoelen ervoor en kijkt toe hoe ik een 
sigaar pak uit een doos op de tafel. Als hij brand lopen we verder. De 
butler doet een deur open en met een kleine buiging laat hij ons 
alleen. We stappen hand in hand een grote slaapkamer binnen. Het eerste 
dat opvalt is een enorm hemelbed. Dan glijdt je blik verder en je ziet 
een grote kast met televisie, radio en andere apparatuur. Ernaast staan 
twee gemakkelijk uitziende stoelen en een tafel. De wand tegenover de 
deur is een groot gordijn. Ik laat je los en klap in mijn handen. De 
gordijnen gaan traag uit elkaar en onthullen een grote schuifdeur naar 
een terras. 

Weer een klap van mijn handen en de schuifdeur opent zich. We stappen
het terras op en je houdt je adem in. Een vergezicht op een rollende 
zee, jagende wolken en maneschijn. Je loopt naar de reling en kijkt 
naar beneden. Rotsen en brekende golven. Zacht hoor je het ruisen van 
de zee. Je stamelt dat het prachtig is en ik glimlach, ben blij dat je 
het zo mooi vindt. Hand in hand kijken we uit over een weidse zee. 

Met een zwaai van mijn arm draai ik je naar me toe. Een hand onder je
kin en ik kus je lippen. Je opent ze, laat mijn tong toe in je mond en 
kronkelend vechten ze liefkozend. Ik laat je kin los, omarm je stevig 
en je slaat ook je armen om mij heen. De tijd vertraagt als we zoenen. 
Ik laat mijn handen dwalen over je rug en knijp zachtjes in je billen. 
Een kreuntje en je stapt weg. Onderzoekend kijk je me aan. "Je gaat nu 
toch niet weg?" Ik schud mijn hoofd. "Nee, morgenochtend pas, als je 
nog slaapt, dan heb ik werk te doen. Maar maak je maar geen zorgen, je 
wordt hier goed verzorgd en morgenavond ben ik weer terug. En nu, nu 
hebben we de hele nacht nog voor ons." Je knikt, stapt in mijn 
gespreide armen en laat je door mij meevoeren. 

Mijn handen strelen je schouders, je rug en langzaam langs je heupen
naar je buik en borst. Met gesloten ogen en open mond laat je me 
begaan. Traag schuif ik de jurk van je schouders en laat hem vallen... 

(c) 2002, Demon & Co. 





Dit is deel 1 van totaal 2 delen.
  toon alle delen


Auteurs waarderen reacties!
Vergeet niet te stemmen, en schrijf de auteurs om te vertellen wat je al dan niet leuk vond aan het verhaal!
Demon & Co. heeft 2 verhalen op deze site.
Profiel voor Demon & Co., incl. alle verhalen
Email: the_biting_dutchman@yahoo.co.uk
Geef je mening over dit deel:
(Je kan voor elk deel afzonderlijk stemmen)
 
Typ beneden tekst in voor een snelle, anonieme reactie aan de auteur
De auteur zal dit dan in zijn/haar email ontvangen.

Stuur dit bericht:

Anoniem (geen afzender, auteur kan niet reageren!)
(Voer een email adres in als "chat email" in de instellingen, en het zal hier verschijnen)
met dit email adres als afzender:

verhalen in "science-fiction/fantasie"   |   alle verhalen van "Demon & Co."  



Sex dating | Hete Livecams (NL) | Erotic Lesbian Stories




(c) Copyright, 2001-2024 ErotischeVerhalen.com   email webmaster Art voor ondersteuning
Powered by StoryEngine v1.01